Interview met broeder Jan ter Maat

Een klein vleugje God laten ervaren

Veel werk van de broeders bevat een stukje verkondiging. Franciscus zelf besteedde hier al veel tijd aan. Binnen het pastorale werk van broeder Jan ter Maat speelt verkondiging bij uitstek een rol. “Verkondiging moet raken aan het leven van de ander”, vindt hij.

JAN TER MAAT werd 13 oktober 1978 te ’s-Hertogenbosch geboren. Hij komt uit een domineesgezin. Zijn eerste aanraking met het religieuze leven was in zijn studententijd als student verpleegkunde in Leuven. Hij leerde onze orde kennen in 2002. In 2014 trad hij in, nadat hij rooms-katholiek was geworden. Voor zijn intrede werkte Jan als psychiatrisch verpleegkundige. Daarna studeerde hij theologie en ontdekte tijdens zijn studie dat het priesterschap zijn weg was. In 2021 werd hij door bisschop Gerard de Korte tot priester gewijd. Sindsdien is hij pastor in de kerk van Stadsklooster San Damiano, waardoor hij vele contacten heeft in ’s-Hertogenbosch. Daarnaast is hij vicaris van het Stadsklooster, definitor (bestuurslid) van onze provincie, roepingenbroeder en postulantenmagister.

Verkondigen kan ook bij een biertje in het café of langs het sportveld

“Voor mij is verkondigen vooral de blijde boodschap brengen. Ik voel me wat dat betreft thuis bij Franciscus. Hij zegt: ‘Alle broeders moeten preken door hun daden.’ Nu verkondigen we vaak met woorden; in mijn geval is dat ook zo. Maar zijn opmerking maakt mij duidelijk dat er een link moet zijn met het dagelijks leven, zowel van mezelf als van de mensen tegenover mij.”

Niet op een eilandje

“Verspreiden van de blijde boodschap, dat is de kern. In zijn regel geeft Franciscus een preekvoorbeeld mee, in feite een oproep tot bekering. Heel Bijbels, Jezus begon ook zo. In elke preek moet dus wel een beetje zo’n oproep tot bekering zitten.

Daarvoor moet je enigszins weet hebben van het leven van je toehoorders. Het is belangrijk niet op een eilandje te leven, maar mét anderen, met de arme, met de mindere in ruime zin van het woord. Het gaat ook om mensen die behoefte hebben aan troost of aan een klein vleugje God. Als pastor probeer je dan iets op te merken van God in het leven van de ander.

Als ik een preek voorbereid, merk ik steeds hoe citaten van Franciscus door mijn hoofd spelen. Vaak kan ik ze niet één-op-één gebruiken, maar dan pas ik ze aan de situatie aan. Denk bijvoorbeeld aan thema’s als de ‘menswording’, of de ‘gulden regel’ (‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet’), die Franciscus vaak aanhaalt. Of neem het thema ‘schepping’ en dan vooral de gelijkheid tussen de schepselen. Franciscus draagt veel belangrijke onderwerpen aan.

In bijna alles wat ik doe, zit wel iets van verkondiging. Mijn werk is heel gespreksgericht. Dat kan gaan om een gesprekje met de dak- en thuislozen aan de deur. Dan wil ik laten zien hoe ik God ervaar en hoe ik in het leven sta om te kijken waar dat raakvlakken heeft met het leven van de ander. Natuurlijk zonder dat ik mijzelf centraal stel, maar als je niet blijk geeft van wat je inspireert, kun je niets meegeven. Ook je houding in zo’n gesprek is belangrijk: je moet laten zien dat je naast de dakloze wil staan en niet erboven.

In pastorale gesprekken gaat het vaak dieper. Als ik een verhaal aanhoor, denk ik vaak: waar zou ikzelf in deze situatie hoop en zin uit putten? Dat probeer ik dan terug te geven. Of ik vraag ernaar: ‘Waar denk je hoop en zin te kunnen vinden?’”

Openheid

“Voor de kerk hoop ik dat verkondiging steeds meer in verbinding met het leven van mensen zal komen te staan, door de verkondiging meer samen te laten gaan met pastorale taken. Als je je als verkondiger van de blijde boodschap alleen bezighoudt met wetenschap, wordt je verkondiging tot een hoorcollege of een moraliserend verhaal. Natuurlijk heeft een goede preek altijd wel iets van beide in zich, maar belangrijk is dat er openheid doorklinkt voor levens die niet ‘volgens het boekje’ gaan. En tegelijk wil je je toehoorders iets voorhouden, zodat ze dingen anders kunnen doen. Bijvoorbeeld: God danken voor het goede, of leven met aandacht voor de schepping.

Ik hoop dat de kerk meer nabij wordt, meer gaat preken in daden. De kerk moet zich niet opsluiten in kerkgebouwen en pastorieën. Verkondigen kan ook bij een biertje in het café, langs het sportveld en bij belangrijke gebeurtenissen, zoals geboorte en sterven. En dat hoeft niet per se in het kader van sacramentsvoorbereidingen. Mensen nabij zijn rond deze gebeurtenissen kan ook zonder dat er een doop of kerkelijke uitvaart op volgt. Erbij zijn op belangrijke levensmomenten kan áltijd. Natuurlijk weet ik wel dat dit een beetje utopisch is, want er is vaak een gebrek aan tijd, maar toch.

Het is vooral goed, zoals ik in het begin al zei, te laten zien dat het om een blijde boodschap gaat, het ‘morele’ moet niet de boventoon voeren. De boventoon moet zijn dat wij geschapen zijn door God en dat Hij een relatie met ons wil aangaan en dat hij daarvoor mens is geworden.”

Hans-Peter Bartels ofm


Dit interview verscheen eerder in het magazine Minderbroeders Franciscanen, 2023, editie 3.

Gerelateerde nieuwsberichten