De zachte blik van Maria

De Maestà di Assisi van Cimabue

Op het feest van het eenvoudige en kleine kerkje van Portiuncula, 2 augustus – Maria ter engelen, keren wij ons naar de grote en overdadige San Francesco basiliek van Assisi waar Franciscus begraven ligt. We komen er oog in oog te staan met een afbeelding van Maria die ons met haar tedere blik eraan herinnert de eenvoud niet te vergeten.

De Maestà di Assisi (onderaan rechts) omringd door latere schilderijen door Giotto en Lorenzetti.

Wie de Basilica San Francesco, de kerk waar Sint-Franciscus van Assisi begraven ligt, bezoekt, zal in de rechterzijbeuk van de onderkerk een eigenaardige ontdekking doen. Door met de rug naar het altaar te staan kan een muur bekeken worden die bestaat uit allemaal vakken die scènes tonen uit het leven van Jezus en gescheiden zijn door een geschilderd kader. Door deze muur te bekijken zal de bezoeker merken dat het kader onderaan rechts duidelijk niet bij de andere kaders past. Het heeft geen thema uit het leven van Jezus en het is overduidelijk door een andere kunstenaar geschilderd.

De overige kaders en de meeste versiering in de basiliek zijn namelijk gemaakt door de kunstenaars Giotto en Lorenzetti en hun medewerkers in de veertiende eeuw. Om hun fresco’s aan te brengen overschilderden Giotto en zij collega’s de reeds aangebrachte versieringen in de kerk. Het kunstwerk in het kader is een van de zeldzame uitzonderingen. Onderzoek heeft ook aangetoond dat het gedurende eeuwen steeds weer gerestaureerd werd en een schilderij uit de negentiende eeuw toont zelfs aan dat er ooit onderaan een altaar opgericht was, wat het schilderij voor de helft bedekte, en dat het voorzien was van een echt houten kader. Deze afbeelding werd dus duidelijk steeds als bijzonder belangrijk beschouwd.

Het schilderij half bedekt door een altaarversiering en voorzien van een lijst. Detail van een schilderij van José Jiménez Aranda uit 1874.

De zachte blik van Maria ter Engelen

Als onze bezoeker opkijkt naar het kader, zal deze in de zachte ogen van Maria kijken. Ze is afgebeeld op de Byzantijnse manier, met een rood onderkleed en een blauwe mantel of maphorion over haar hoofd en schouders. In haar handen houd ze het kind Jezus die ze de wereld lijkt te tonen en aan te bieden. Dergelijke op de Griekse iconografie gebaseerde afbeeldingen waren populair op het einde ven de dertiende eeuw toen het fresco werd gemaakt. De artiest was Cenni di Pepo die bekend werd onder het pseudoniem Giovanni Cimabue. Hij beeldt Maria af alsof ze in de hemel is, een stijl dat Maestà wordt genoemd. Om aan te geven dat de afgebeelde persoon in de hemel, bij God, is, wordt deze afgebeeld op een troon en omgeven door engelen. Cimabue legt echter voor het stijltype opvallend veel nadruk op de engelen. Ze zijn ongeveer even groot als Maria en kijken de toeschouwer ook aan. Ze zijn er voor een reden, om de toeschouwer ergens aan te herinneren.

Franciscus door Giotto als diaken en gezeten op een troon omringd door engelen.

Een tweede aanwijzing vinden we in de figuur naast de troon van Maria. Een kleine, magere man kijkt onze bezoeker zelfbewust aan. Hij ziet er haveloos uit in zijn vormloze en grove pij waar een groot gat zit. Het is Franciscus zelf. De kruiswonden in handen, voeten en de ontblote zijde onthullen onmiskenbaar wie hier afgebeeld wordt. Het realisme van de afbeelding, waarschijnlijk de meeste gelijkende afbeelding van de heilige, contrasteert met de afbeelding van Maria. Franciscus wordt niet in glorie, zoals de kunstenaar gelooft dat hij in de hemel is, afgebeeld, maar zoals hij was toen hij nog leefde. Dit is des te opmerkelijker omdat boven het altaar Franciscus wel in glorie is afgebeeld door Giotto, gezeten op een troon, gekleed in de gouden gewaden van een diaken en omgeven door engelen. De Franciscus van Cimabue wil de toeschouwer niet wijzen op een uiteindelijke beloning in de hemel, maar deze herinneren aan de wijze waarop Franciscus zijn leven geleid had.

Franciscus door Cimabue. Een uitgemergelde schrale figuur in een vale pij en getekend door de stigmata.

De grote engelen rond de troon van Maria en de wijze waarop Cimabue Franciscus afbeeldde onthullen de functie van het fresco. Het is een onderdeel van de grootse en magnifieke San Francesco basiliek, maar verwijst naar een ander gebouw. Naar het kapelletje van Maria ter engelen dat door Franciscus helemaal aan het begin van zijn carrière werd opgeknapt dat hij tijdens zijn leven besloot te lenen van de benedictijnse abdij waarvan het toen was en dat hij maakte tot het hart van de franciscaanse orde. Het kapelletje was het kleine deeltje, Portiuncula, van Franciscus en zo dierbaar was het kapelletje voor hem dat hij besloot er te sterven. De afbeelding van Cimabue vormt de symbolische aanwezigheid van het eenvoudige Portiuncula kapelletje in de grootsheid van de basiliek. Het herinnert daardoor alle bezoekers aan het feit dat het goud van de basiliek er is voor de verering van Franciscus, maar niet tot glorie van de franciscaanse ordes. Deze moeten zich wagen op de weg van de Portiuncula, een kleine en eenvoudige weg van nederigheid en armoede. Deze boodschap werd als zo belangrijk ervaren dat het schilderij niet vernietigd werd bij de herschildering in de veertiende eeuw. Hierdoor nodigt de zachte blik van Maria ter Engelen ook vandaag nog de bezoekers van de basiliek uit om de nederigheid niet te vergeten.

De Maestà di Assisi van Cimabue. Een zachte herinnering de eenvoud niet te vergeten.

Gerelateerde nieuwsberichten