Franciscus uit de kunst, deel 3

Met een schedel inspirerend de veertigdagentijd door

Van Franciscus van Assisi zijn door de eeuwen heen duizenden afbeeldingen gemaakt: fresco’s, olieverfschilderijen, mozaïeken, gravures, pentekeningen etc. tot en met afbeeldingen met behulp van digitale technieken in onze tijd. In de serie ‘Franciscus uit de kunst’ belicht broeder Fer van der Reijken iedere maand een afbeelding en daarmee een facet van de persoon Franciscus. Deel 3: Franciscus’ omgang met zuster Dood.

Franciscaanse spiritualiteit roept op om open te staan voor broosheid en kwetsbaarheid, en daarmee de sterfelijkheid van het leven

We zijn onderweg in de veertigdagen- of vastentijd. In de kerk een tijd van bezinning op de grote vragen rond leven en dood, op vragen over lijden, je kruis dragen en uitzien naar de Verrijzenis van Jezus, die daarmee de dood heeft overwonnen.

Van Franciscus is bekend dat hij veel bad en mediteerde, elke dag en soms dagen- en wekenlang. In de afbeelding van de schilder El Greco (1541-1614), ‘de Griek’, zien we Franciscus samen met broeder Leo in een tafereel van meditatie en gebed. Al hun aandacht gaat uit naar de schedel die Franciscus in zijn handen heeft. Wij als kijkers naar het schilderij worden in die aandacht voor de schedel meegetrokken.

Deze afbeelding is niet luguber bedoeld, maar heeft een kostbaar doel: bezin je op de dood en laat dat hier en nu een positieve uitwerking op je leven hebben! De dood wordt daarmee geen vijand maar vriend van het leven. De hele veertigdagentijd, inclusief de praktijken van vasten en onthouding, is op dit doel gericht. Daarom roept de kerk ook op om deze periode te beginnen met het ‘halen van het askruisje’. Op Aswoensdag laten de gelovigen zich in de kerk tekenen met een askruisje op het voorhoofd en daarbij wordt gezegd: “Uit stof ben je gemaakt, tot stof zul je wederkeren.”

Soms zie je bij schilderijen als deze onder de schedel opgetekend staan: “Heden ik, morgen gij.”

Deze bezinning op de dood is universeel. Zo brengen jonge boeddhistische monniken 24 uur door in een ruimte met allemaal opgestapelde schedels en   beenderen.

Het dient allemaal hetzelfde doel. Wie leeft, weet dat hij of zij ooit zal sterven. De dood wordt in onze samenleving echter het liefst verdrongen of zo lang mogelijk uitgesteld. Wie leeft vanuit de franciscaanse spiritualiteit wordt opgeroepen om niet in deze trend mee te gaan, maar juist open te staan voor de broosheid en kwetsbaarheid, en daarmee de sterfelijkheid van het leven. De schedel verbeeldt een stem: “Mors je tijd niet, verlies geen tijd aan triviale dingen, koers op datgene wat jouw leven gelukkig en vruchtbaar maakt, geef zin aan je leven, maak er iets moois van!”

Want zuster Dood kan zomaar ineens bij je op de stoep staan en je vragen om haar te vergezellen naar het land van de levenden.

Fer van der Reijken

Gerelateerde nieuwsberichten