Wim Pot

Wim Pot (1965) woont in de communiteit in Megen.

Wat is in één zin volgens jou ‘roeping’?
Leven vanuit het besef dat je op ‘je plek’ bent. Dat wil zeggen dat je die dingen doet die helemaal beantwoorden aan wat je ten diepste (waar God tot je spreekt) verlangt. Er zit een element in van aangesproken worden en daarop antwoorden.

Wanneer ben je broeder geworden en waarom?
Ik ben in 1995 broeder geworden, nadat ik in 1994 voor het eerst kennis gemaakt had met de minderbroeders in Megen. De persoon van Franciscus sprak me bijzonder aan, maar ook waar de broederschap voor wil staan. Mijn verlangen sloot daar gemakkelijk bij aan.

Wie of wat is stimulerend voor je geweest om je weg te gaan?
Mijn ouders en familie zijn belangrijk geweest, omdat ik van hen mijn gelovige opvoeding heb gekregen met regelmatig kerkbezoek en bidden bij het eten. Boeken en gesprekken hebben ook een rol gespeeld. Maar veel gebeurde ‘aan de binnenkant’ in stille tijden en persoonlijk gebed.

Wie of wat hield je er aanvankelijk van af?
Er was niet zoveel wat me ervan afhield, hoogstens het definitieve van de keuze, die andere mogelijkheden afsluit. Ik wist niet precies in welke mate mijn religieus verlangen aan zou sluiten met de feitelijke levenswijze.

Waarom ben je vandaag de dag broeder?
Ik noem dat roeping. Omdat ik in 1995 begonnen ben en omdat het leven als religieus en onze franciscaanse spiritualiteit nog steeds aan mijn verlangen beantwoordt. Dat vorm geven houdt me bezig. Het is ook een verlangen naar God. Het zit niet zozeer in de activiteiten of de werkzaamheden die ik doe, ook al zijn die bevredigend en zinvol.

Wat betekent God voor jou als broeder?
Zonder Hem zou ik hier niet zijn. Hij is het Leven.

Maak de volgende zin af: “Een wereld zonder broeders is …
als werken zonder vakantie.”

Mijn levensmotto is:

Heb ik eigenlijk niet, maar er zit veel waarheid in ‘Leven zonder eigendom’, of ‘Door de dood naar het leven’.