Frans Gerritsma

Frans Gerritsma (1944) woont in de communiteit in Amsterdam.

Wat is in één zin volgens jou ‘roeping’?
Groeien vind ik belangrijk. Vooral groeien in geloof en religiositeit. Iedere leeftijd heeft daarin zijn eigen groeimomenten en ook wat je overkomt, vraagt om een plaats te geven in je leven.

Wanneer ben je broeder geworden en waarom?
Toen ik in 1965 intrad wilde ik, net als zoveel jongeren van mijn leeftijd, priester worden om zo aan een betere wereld te werken. Daar geloofden we heilig in. Voor mij is de broederschap vooral een voedingsbodem geweest voor de zaken die mij ter harte gingen. Zo kreeg ik kans om spiritualiteit te studeren en me verder te bekwamen in meditatie. De broederschap houdt je levend. Ik voel me een religieus mens en hoop daar verder in te groeien. Daarbij is de hulp van anderen, broeders, bondgenoten, voor mij onontbeerlijk.

Wie of wat is stimulerend geweest om je weg te gaan?
De wereld van de religieuzen was voor mij niet helemaal onbekend. Ik kom uit een katholiek nest en er waren paters in de parochie. Het lag wat voor de hand dat ik bij de franciscanen zou intreden. Ook al omdat ik me bij kennismaking er gauw bij thuis voelde.

Wie of wat hield je er aanvankelijk van af?
Niets. Het is allemaal tamelijk probleemloos gegaan. Maar het leven in een broederschap is niet altijd gemakkelijk. Je hebt met veel verschillende karakters te doen.

Waarom ben je vandaag de dag broeder?
Het leven als broeder is voor mij steeds vanzelfsprekender geworden. Het geeft ruimte om de wereld te bekijken met de ogen van God, zoals Franciscus en Clara de wereld bekeken hebben met de ogen van God. Het houdt je wakker om in opstand te komen waar de mens en de schepping in de knel komen. Zonder broederschap zou ik dat gauwer laten afweten, omdat ik me dan drukker moet maken om mijn eigen hachje.

Wat betekent God voor jou als broeder?
God ervaar ik als ruimte en ik voel naarmate ik minder ruimte inneem Hij meer de ruimte krijgt.

Maak de volgende zin af: “Een wereld zonder broeders is …
een met minder plekken waar mensen zich bezinnen op hun diepste roeping.”

Mijn levensmotto is:

Mens voor God en mens voor de mens zijn.