Jan van den Eijnden

Jan van den Eijnden (1946) woont in de communiteit in Megen.

Wat is in één zin volgens jou ‘roeping’?
Voor mij is roeping leven in het geloof dat ik met mijn keuze om minderbroeder te worden en te blijven beantwoord aan wat God met mij wil; dat ik op deze manier leef zoals ik bedoeld ben.

Wanneer ben je broeder geworden en waarom?
Ik ben franciscaan geworden in 1964. Dat was toen nog helemaal niets ongewoons. Priester worden, het klooster ingaan waren toen nog heel gewone levenskeuzes. Zeker voor iemand die in een katholiek milieu en in een katholieke omgeving leefde. Als je dan ook nog op een franciscaanse middelbare school hebt gezeten en al twee ooms bij de franciscanen hebt, is het bijna vanzelfsprekend dat je daar ook voor kiest, als je je eenmaal geroepen weet.

Wie of wat is stimulerend voor je geweest om je weg te gaan?
Het vorige antwoord geeft al een beetje aan wat me gestimuleerd heeft om voor deze weg te kiezen. In het blijven gaan van deze weg heeft mijn theologiestudie en mijn blijvende interesse voor dit vak een grote rol gespeeld. Daaraan heb ik de geloofsinzichten geleerd die het voor mij tot een realiteit maken dat je van God kunt leven en dat het geloof levensvervullend kan zijn. Ook heb ik erdoor zo met God leren omgaan – en ik leer het nog steeds – dat problemen in het leven en confrontaties met eigen mislukken niet betekenen dat God verder van ons af komt te staan, maar juist de gelegenheid bieden om te ervaren hoe Hij dan een bron van kracht en moed is om door te gaan.

Wie of wat hield je er aanvankelijk van af?
Ik heb als jong kind al priester willen worden (aanvankelijk was franciscaan-worden een manier om priester te worden). Tijdens de middelbare schooltijd zakte dat wat weg. Omdat er ook andere toekomstperspectieven waren, maar ook omdat een jongen van die leeftijd wel andere dromen heeft die zich niet zo laten verenigen met het priesterschap of het kloosterleven. Niets bijzonders dus, eigenlijk.

Waarom ben je vandaag de dag broeder?
Ik ben vandaag de dag broeder, omdat niet anders meer kan, denk ik; omdat mijn broeders mij gevraagd hebben hun minister te zijn en omdat ik mij nog steeds uitgedaagd weet door wat ik nu maar gemakshalve ‘de franciscaanse spiritualiteit’ noem. Die houdt mij ook scherp voor dingen, waar ik me uit mezelf misschien niet zo mee zou bezig houden of warm voor zou worden.

Wat betekent God voor jou als broeder?
God is de bron van mijn leven die ik als een Iemand mag aanspreken en van wie ik geloven mag dat Hij mij wil en draagt en leidt in alle omstandigheden van mijn leven, ook in die welke voor mij moeilijk, verwarrend of ontredderend zijn. God helpt mij om daar doorheen te leven in het geloof dat die uiteindelijk ergens goed voor zullen zijn. Voor iets wat ik nog niet weet, maar God wel. Zo word ik geholpen te groeien in geloof.

Maak de volgende zin af: “Een wereld zonder broeders is als …
Tja, wat moet ik daarmee? Zou de wereld minder leuk zijn zonder ons? Zou het haar slechter gaan? Zouden wij gemist worden? In alle oprechtheid: dat weet ik niet. Wat ik wel weet is dat wij, vanuit onze franciscaanse spiritualiteit, geroepen zijn om zonder onderscheid alle mensen en alle schepselen te aanvaarden als gaven van God en in hen God te eren. Dit lijkt mij iets wat de wereld ten goede komt die zo worstelt met culturele en religieuze verscheidenheid en anders-zijn.

Mijn levensmotto is:

Ik heb nooit een levensmotto gehad en ga er ook maar geen verzinnen voor dit interview.