
Broeder Frans Gerritsma over leven en dood
“Toen mijn vader overleed, besefte ik pas echt wat doodgaan is”
Dit jaar staat het Zonnelied centraal in onze interviews. Thema in dit nummer is ‘Leven en dood’. Frans Gerritsma (81) was onder andere als pastor werkzaam in het ziekenhuis en werd zelf ook geconfronteerd met ziekte.

“Ik kan niet veel met beelden van hemel en hel, wel met dat van licht waarin je opgenomen wordt”
“Ik heb cursussen meditatief schilderen gegeven, vaak over het Zonnelied. Ik liet de mensen eerst aarde, water, lucht en vuur schilderen, daarna de dood en als laatste pas de zon. Anders zou het waarschijnlijk een stralende zon worden, terwijl het nu een heel milde zon werd: een die ook de donkere kant van het leven heeft meegemaakt. Als je de dood erbij betrekt, komt er iets van barmhartigheid, mildheid in.
Zelf heb ik drie vormen van kanker overleefd. De eerste keer ben ik een jaar bezig geweest met doodgaan. De tweede en derde keer dacht ik: ik heb alles al eens meegemaakt. Het heeft mij geleerd om van dag tot dag te leven. Ik heb hartstikke veel geluk gehad.”
Doodsangst
“Ik heb weinig mensen met echte doodsangst meegemaakt en voor sommigen is de dood een verlossing. Het moeilijkste is het loslaten, van het leven of van mensen. De dood is vaak een verlossing omdat je ook maatschappelijk gezien een beetje afgeschreven bent als je niet meer jong en vitaal bent of niet meer ‘nuttig’. Dat ervaar ik zelf ook: op mijn leeftijd ben ik toch blij dat ik nog nuttig kan zijn, maar daar hangt mijn leven niet meer van af. Tot nu toe heb ik meestal twee keer per maand gepreekt, sinds mijn verhuizing iets minder [red.: tot november vorig jaar woonde Frans in Stadsklooster La Verna in Amsterdam]. Het bezig zijn met die schriftteksten richtte ook mijn week wat in. Nu is het meditatieve leven en leven van dag tot dag belangrijk.
Als priester werd ik gevraagd om geestelijk verzorger te worden in een jeugdgevangenis. Daar heb ik twaalf en een half jaar gewerkt en gemediteerd met die jongens. In die tijd heb ik ook spiritualiteit gestudeerd in Nijmegen en mijn doctoraalscriptie geschreven over meditatie ‘achter tralies’ en de kracht van symboliek. Daarna ben ik bij een zuster in Amsterdam begonnen met meditatief schilderen, in een tijd dat steeds meer vrome uitingen wegvielen. Ik ben echt een nuchtere Fries, maar de kracht van symboliek heeft mij mijn hele leven beziggehouden. Ik ben meer een man van beelden dan van woorden. Ik heb ooit een patiënt in het ziekenhuis meegemaakt die naar huis wilde omdat ze daar naar een kruisbeeld kon kijken en dan geen pijn meer voelde. Dat vond ik zo intrigerend. Ik had al heel veel mensen bediend en begrafenissen verzorgd en ik vond doodgaan altijd al een mysterie, maar toen mijn vader plotseling overleed, besefte ik pas echt wat doodgaan is: verlies, en wat mijn vader in mijn leven betekend had. “
Vertrouwdheid
“Uit Franciscus’ ‘zuster Dood’ spreekt een soort vertrouwdheid. Sommige mensen spreken over ‘naar de hemel gaan’, maar dat is niet mijn beleving. Naarmate ik ouder word, wordt de dood wel iets gewoner. Ik kan niet veel met beelden van hemel en hel, wel met dat van licht waarin je opgenomen wordt. Als Franciscus het heeft over loon of leed in het eeuwig leven, denk ik: ik probeer in mijn leven het goede te doen en dat heeft voor mij alles met God te maken. Ik vertrouw me maar toe aan het mysterie…”
“Ik kwam in het ziekenhuis te werken toen ik was vastgelopen in de Nicolaaskerk in Amsterdam, na een sabbatsjaar. Ik ben er tien jaar gebleven en was ook daar altijd met mensen op zoek naar hun religieuze ervaringen. Net als in de gevangenis wilde ik op zoek naar wat hun leven kracht had gegeven. Sommigen wilden absoluut niet over de dood praten. Anderen waren opgelucht dat ze een keer hun verhaal konden doen. Naast mijn werk in het ziekenhuis gaf ik cursussen over mystiek en meditatief schilderen. En toen ik geleerd had te zeggen wat ik zelf dacht en vond, kwam ik in het kapittel en werd ik definitor [red.: bestuurslid]. Die bestuurlijke kant vond ik ook leuk.”
Afstraling van de Allerhoogste
“Gaandeweg ben ik de spiritualiteit van Franciscus gaan ontdekken. In mijn leven ontleen ik steun aan Franciscus met zijn kijk op de wereld en op de schepping: hij gaat uit van het goede en ziet alles als een afstraling van de Allerhoogste. Ik wil in mensen ook het goede zien, ondanks al het afschuwelijke dat zij elkaar aandoen. Ik houd ook van de schepping, de natuur; ik wandel graag. En ik heb in mijn leven dus altijd geprobeerd bij iedereen het goede naar boven te halen, ook bij mezelf.
Het werk op de psychiatrische afdeling in het ziekenhuis sprak mij het meest aan. Ook daar ging ik met mensen op zoek naar het goede, wat ik dan bij wijze van spreken ook God noem. Wat is er goed geweest in je leven, waar kun je dankbaar voor zijn, welk verhaal wil je mij vertellen? Tegen iemand die depressief is, hoef je ook niet zoveel te zeggen – dan is aanwezig zijn voldoende: de menselijke benadering. En bij sommige patiënten heb ik samen met anderen gedaan wat we konden, maar ik heb geleerd dat je niet iedereen kunt helpen. Daar had ik ook vrede mee. Wat voor mij de essentie van het leven is, wordt verwoord in psalm 36: “Gij bergt de bron des levens, in uw licht zien wij licht.” Die tekst wil ik op mijn rouwkaart hebben.”
Marie-Claire Willemsen
Dit interview verscheen eerder in het magazine Minderbroeders Franciscanen, jaargang 2025, editie 4. Voor meer interviews in de rubriek ‘Onderstroom’, zie: Interviews met broeders.