Broeder Steven Cauchie over zijn liefde voor de Efteling

Sprookjeswereld als tegenhanger van onttovering

Net als andere mensen hebben broeders ook hobby’s, interesses of bezigheden waaraan zij ontspanning en plezier beleven. In de rubriek ‘Passie’ vragen wij enkelen van hen iets te vertellen over hun – soms onverwachte – vrijetijdsbesteding. In deze aflevering Steven Cauchie over zijn liefde voor de Efteling.

Betreden van het sprookjesrijk was als herbetreden van een vergeten deel van mezelf

Ik mag mij verblijden over het feit dat mijn leven verrijkt is met vele hobby’s en passies. De hobby, of is het toch eerder een passie, die sinds mijn intrede in de orde tot de meeste verbazing en consternatie heeft geleid, is mijn jaarlijkse bezoek aan attractiepark de Efteling.

Deze hobby komt uiteraard voort uit mijn kindertijd toen ik met mijn familie eveneens jaarlijks het park aandeed. Dit waren zeer bijzondere uitstapjes waarin we de wereld van het sprookjesverhaal konden betreden en onze dapperheid konden meten in menige wilde attractie. Door het steeds duurder worden van een bezoek, zeker voor een gezin van zes, eindigde uiteindelijk voor ons de periode waarin we de Efteling bezochten.

Vergeten deel van mezelf

Waarom ik deze hobby niet in mijn kindertijd achtergelaten heb, waarom ik er opnieuw mee begonnen ben, herinner ik me eerlijk gezegd niet. Ik weet alleen dat ik als jongvolwassene weer eens in de Efteling was en mocht ervaren dat de beleving van deze dag niet minder sterk was dan in mijn kindertijd. Integendeel, het betreden van het rijk van de sprookjes was als het herbetreden van een vergeten deel van mezelf.

Zo kan het daar gebeuren dat ik oog in oog kom te staan met kapitein Gijs, een lid van de befaamde vuilopzuigende Holle-Bolle-Gijs-familie en de favoriet van mijn jeugd. Staande voor het beeld herinner ik mij hoe ik afval opspaarde om het naar deze Gijs te brengen die zoveel stoerder was dan zijn vraatzuchtige neven. Ik bekijk het uiterlijk van de kapitein en verbaas me over mijn levenslange voorliefde voor alles wat maritiem is, terwijl ik toch een echte landrot ben. Ik herinner me mijn oude droom een eigen boot te bezitten en kom na een melancholisch ogenblik tot de conclusie dat mijn huidige bestaan in orde is en ook een avontuur is en zal blijven. Zo kuierend door de vele verbeelde sprookjes en verhalen ontmoet ik vele lagen van herinneringen en dromen en geniet ik van de zelfspot wanneer ik mezelf herken in een of andere kabouter.

Hertovering

Mijn religieus-zijn ontmoet ik hier ook, want de onttovering van de moderne maatschappij heeft immers geen vat op de sprookjeswereld. En ik kom aldus de abdij van Postel, rondspokende monniken, vrolijke bierdrinkende paters, een broeder Gijs, een leraar die een pij draagt, alsmede legio verwijzingen naar God en het religieuze tegen. Ondanks de secularisatie lijken deze niet-seculiere elementen in de Efteling op hun plaats te zijn, is er ruimte voor religieuzen en het religieuze. Een bezoek aan de Efteling wordt daardoor ook een herinnering aan het feit dat onze aanwezigheid als religieuzen in een seculiere wereld ook een hertovering van deze wereld is, een vriendelijke herinnering dat de wereld die de wetenschap verklaart toch essentieel wonderlijk, betoverend en bezield blijft door God.

Zo is een Eftelingbezoek vol lichtvoetig plezier ook een moment van zelfreflectie. Een combinatie van ervaringen en gevoelens die me steeds weer doet terugkeren.

Steven Cauchie ofm


Dit artikel verscheen eerder in het magazine Minderbroeders Franciscanen, nr. 3, 2025.

Gerelateerde nieuwsberichten