Werkelijke vrijheid
Opiniestuk
Vandaag viert Nederland 80 jaar vrijheid. Maar wat is dat precies ‘vrijheid’? Het is onmogelijk dat iedereen 100% vrijheid ‘pakt’, want de vrijheid van de ene is automatisch een inperking van een ander. In dit opiniestuk werpt broeder Hans-Peter Bartels een franciscaans licht op het thema ‘vrijheid’. Wat is nou werkelijke vrijheid?
De spiritualiteit van Franciscus en Clara van Assisi is in feite heel eenvoudig. Al het goede, maar dan ook werkelijk ál het goede, hebben wij van God, de Gever van alle Goeds, gekregen. Dat concept trekken Clara en Franciscus dus compleet door. Het zal dan ook niet verbazen dat voor hen ‘vrijheid’ ook een gave is van God. Daarbij baseerden ze zich ook op Paulus.
Natuurlijk hebben ‘wij’ (nou ja… onze voorouders) er hard voor moeten vechten om de vrijheid in 1945 te herkrijgen. Dat ging letterlijk niet zonder slag of stoot: ruim 25 miljoen militaire en 41 miljoen burgerslachtoffers betaalden met hun leven voor die vrijheid. Daar zijn de bijna 7 miljoen slachtoffers van de holocaust nog niet eens bij opgeteld. Hebben wij nu daadwerkelijk vrijheid bereikt?
Vrijheid enkel als droom of verdraaid begrip
Natuurlijk hebben wij al een bevoorrechte positie. In vele delen van de wereld is ‘vrijheid’ enkel iets om van te dromen. En de plekken waar dat voor geldt breiden zich eerder uit dan dat ze afnemen, helaas. Of men gaat met het begrip ‘vrijheid’ aan de haal en geeft een eigen draai en inhoud aan het begrip, waardoor het niet is waarvoor het staat. Neem bijvoorbeeld de ‘FDJ’, de ‘Freie Deutsche Jugend’ (Vrije Duitse Jeugd), de jongerenorganisatie van de voormalige DDR. Lid worden was vrijwillig, een jongere kon ook lid worden als zijn of haar ouders geen lid waren van de communistische partij SED. Vandaar het ‘vrije’ in de naam, maar… wilde men als jongere iets bereiken, dan kon je maar beter lid zijn van de FDJ en nog beter van de FDJ en de SED. Het ‘freie’ in de naam was dus minder vrij dan je zou denken. Ik kies nu overigens bewust een voorbeeld uit het verleden om politisering van dit artikel te voorkomen. Maar ook wij, in onze vermeende 80 jaar vrije land, hebben in mijn ogen werkelijke vrijheid nog niet bereikt.
Het logo van de Oostduitse ‘Freie Deutsche Jugend’. Met ware vrijheid had het weinig vandoen.
Vrijheid om Gods wil te doen
Wat is nu werkelijke vrijheid? In zijn algemene audiëntie van woensdag 5 juni 2024 bouwde paus Franciscus de zogenaamde franciscaanse invulling van vrijheid verder uit. Ook hij haalde daarbij Paulus aan:
De Heilige Paulus zal van dit alles de fundamentele wet maken van het christelijk handelen “waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid” (2 Kor 3, 17), zegt hij. Een vrije persoon, een vrije christen, is iemand die de Geest des Heren heeft. Dat is een heel bijzondere vrijheid, nogal verschillend van wat men gewoonlijk bedoelt. Het is niet de vrijheid om te doen wat men wil, maar de vrijheid om vrijwillig te doen wat God wil. Niet de vrijheid om het goede of het kwade te doen, maar de vrijheid om het kwade en het goede vrijwillig te doen, dat wil zeggen door aantrekking, niet uit dwang. In andere woorden, de vrijheid van kinderen, niet van slaven.
De Heilige Paulus is zich goed bewust van het misbruik of verkeerde opvatting die men van deze vrijheid kan maken. Aan de Galaten schrijft hij: “Broeders, gij werd geroepen tot vrijheid. Alleen, misbruik de vrijheid niet als voorwendsel voor de zelfzucht. Integendeel, dient elkaar door de liefde.” (Gal. 5,13) Dit is een vrijheid die vertolkt wat haar tegendeel lijkt te zijn, ze wordt werkelijk in dienen, en in dienen bestaat de ware vrijheid.
Daar zit hem voor mij de crux. Vrijheid is niet ‘alles mag en alles kan’. Nee, vrijheid is ‘de mogelijkheid hebben het kwade en het goede vrijwillig te doen’. Je mag zelf kiezen. En wil je ‘Gods wil doen’, dan kies je (natuurlijk) voor het goede.
“Vrijheid is ‘de mogelijkheid hebben het kwade en het goede vrijwillig te doen’”
Afzetten tegen elkaar helpt niet
Ik merk een tendens in de wereld om ‘de touwtjes aan te trekken’, wat vinden we oké en wat niet. Je ziet dat op plekken waar gekozen wordt voor extremen, of het nu ‘links’ of ‘rechts’, ‘progressief’ of ‘conservatief’ is. Er is een tendens gaande waarin ‘iemand’ denkt de morele macht te hebben over wat mag en wat niet mag en dat anderen dan door de strot duwt middels propaganda waarbij waarheid en leugen niet meer te ontwarren zijn. Dat heeft met vrijheid dus niets van doen, althans niet in mijn visie en niet in de franciscaanse visie. Het heeft zelfs tot gevolg dat mensen die buiten die opgedrongen kaders vallen last hebben van discriminatie en geweld. En let wel: het komt op allerlei manieren voor. Dus niet alleen richting minderheden en achtergestelden: vluchtelingen, de LHBTI+-community, mensen van kleur, mensen met een handicap, vrouwen. Er wordt door sommigen zover doorgeslagen in het helpen van deze minderheden dat er dan weer geen plaats blijft voor wat er over blijft: de handicaploze witte heteroseksuele man met wortels in het land waar men woont. Ook dat is niet goed. Al is het maar omdat je voornoemde groepen er eigenlijk helemaal niet mee helpt door ze af te zetten tegen een andere groep. Begrijp me niet verkeerd: ik ontken niet dat er groepen achtergesteld worden. Dat is absoluut zo. Maar door ze op deze manier te ‘helpen’ zet je ze dus juist apart en zet je iedereen apart en in een hokje. Terwijl vrijheid niets van doen heeft met hokjes.
Juist door de propaganda die er aan alle kanten wordt gemaakt, ontstaan er lelijke reacties naar elkaar die – we kennen allemaal voorbeelden uit het verleden – uiteindelijk weer gaan leiden tot fysieke confrontaties. En ook dat heeft niets van doen met vrijheid.
Social Media staan gauw haaks op werkelijke vrijheid.
Veel verschillende soorten bloemen kunnen gewoon naast elkaar Gods lof zingen…
God loven
Vrijheid gaat er puur om vrij te zijn om Gods wil te doen. En wat is die wil? Dat is de opdracht die ik in de Bijbel lees: God te loven. En net als Franciscus en Clara neem ik daarbij een voorbeeld aan de natuur, ik heb hem al vaker gebruikt: een bloem doet niets anders dan groeien en bloeien en meer bloem worden. En niet zomaar ‘een bloem’: een tulp wordt een tulp en een roos wordt een roos. In feite worden ze steeds meer zichzelf. En dat is de door de Bijbel bedoelde manier om God te loven.
Franciscus van Assisi doorzag als geen ander dat, in tegenstelling tot de rest van de schepping, de mens hier bar slecht in is. In zijn vijfde wijsheidspreuk zegt hij – nadat hij de mens op zijn verheven plaats heeft gewezen en de voorbeeldfunctie die de mens voor de rest van de schepping daarmee heeft: “Alle schepselen onder de hemel dienen, erkennen en gehoorzamen hun Schepper naar hun eigen aard beter dan jij.” De mens is veel meer gericht op ‘roem’ en ‘eer’ verwerven, een groter huis te hebben dan de buurman, een betere baan dan je zus, een mooiere auto dan je collega.
Verdraagzaamheid naar jezelf en anderen
Die ratrace moeten we stoppen. We moeten weer terugkeren naar die opdracht van God. Het steeds meer worden zoals we bedoeld zijn moeten we weer centraal stellen. En dan maakt het niet uit hoe, want iedereen mag zijn zoals God die persoon bedoeld heeft. Dat is de ware vrijheid: te mogen zijn zoals je bedoeld bent, zonder daarin belemmerd te worden én zonder dat op te dringen aan een ander. Want ook die mag zijn wie die is; God heeft geen mens aangesteld als rechter over zijn werk! Worden zoals je bedoeld bent, is iets tussen God en het individu. We moeten elkaar dus verdragen zoals we zijn. En net zo hard moeten we onszelf verdragen zoals we zijn. Niemand is namelijk perfect. Ook dat wat jij je minder goede eigenschappen noemt, horen bij het totaalpakketje dat jou tot jou maakt. Die verdraagzaamheid naar jezelf en naar anderen is nodig om de vrijheid van eenieder te waarborgen.
Drie vrijheid wens ik u allen toe, of zoals Franciscus het verwoordt in zijn 800-jarige Zonnelied:
Wees geprezen, mijn Heer met al uw schepselen […].
Wees geprezen, mijn Heer, door wie omwille van uw liefde
vergiffenis schenken, en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond. […]
Prijs en zegen mijn Heer,
en dank en dien Hem in grote nederigheid.
Br. Hans-Peter Bartels