Een versteviging van de band ook in ontmoetingen met de jongere generatie broeders
Broederlijk bezoek Papoea (Indonesië) – deel 2
Op maandag 23 oktober vertrokken de broeders Theo van Adrichem en Piet Bots vanuit Amsterdam naar Indonesië voor een broederlijk bezoek aan de provincie van Papoea. Bijna drie weken waren zij onderweg. In de vele ontmoetingen verstevigden zij de band met de medebroeders in Indonesië/Papoea. Hier deel 2 van hun verslag.
Ziekenhuis, Jan van der Horst
“We gaan langs bij bisschop Yanuarius, de eerste autochtone Papoeabisschop”
Zuidkust
Op maandag 30 oktober verlaten we Timika aan de zuidkust van Papoea, waar we mensen met regelmaat hoorden spreken over medebroeders die daar gewerkt hebben, met name Floor Hoogenboom. En waar een hospice voor mensen met hiv, opgezet door Bert Hagendoorn, door andere mensen voortgezet wordt.
We vliegen in ruim een uur naar Jayapura, dat aan de noordkant van Papoea ligt. De vlucht gaat over bergachtig gebied, met bergen tot bijna 4900 meter hoogte. Een dicht wolkendek ontneemt ons echter het zicht daarop.
Van het vliegveld gaan we naar het provincialaat, waar we broederlijk worden ontvangen en een mooie hoofdtooi krijgen opgezet met begeleidend tromgeroffel. Na het middagmaal en een goede siësta neemt een medebroeder ons mee op een verkenningstocht door de stad. Wat fijn dat ik samen reis met Piet Bots, die heel bekend is met Papoea én die echt vaak nodig is om te vertalen. Want hoewel de wil, zeker bij jongere broeders, groot is om Engels te spreken, is de kennis daarvan bij de meesten zeer beperkt. Het is mooi om te merken hoevelen Piet kennen, medebroeders natuurlijk en mensen rondom de gemeenschappen, maar ook medewerkers van verschillende instellingen die we op onze reis bezoeken.
Eerste autochtone Papoeabisschop
We bezoeken een nieuwe kathedraal, die al jaren in aanbouw is, maar waar in januari van dit jaar wel de nieuwe bisschop Yanuarius gewijd is. Meerderen vinden het overigens jammer dat de eerdere versie, die nog door medebroeder Henk Blom was ontworpen en gebouwd met stijlelementen van de Papoeacultuur, is afgebroken.
We gaan langs bij bisschop Yanuarius, de eerste autochtone Papoeabisschop, die afgelopen september nog enkele dagen in Nederland was. Hij komt net terug van een reis naar het binnenland voor enkele vormselvieringen.
Tijdens onze ontmoeting is er zelfs nog een officieel momentje, wanneer de bisschop en ik een document ondertekenen waarin we toestemming krijgen om het gedigitaliseerde archief van het bisdom (voor een groot deel geschreven in het Nederlands) ook in Nederland te gebruiken en te delen, onder andere met het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen.
’s Avonds lopen we binnen in het ziekenhuis Provita, dat naast het klooster ligt en waarvan de medebroeders medeoprichters zijn én aandeelhouders. Er is een communiteit van zusters van Heerlen aan dit ziekenhuis verbonden. Het ziekenhuis is bedoeld om bij te dragen aan een goede gezondheidszorg, maar tevens ook om inkomsten te generen voor de broederschap.
De volgende dag begeven we ons naar Waena. Ook daar bezoeken we een ziekenhuis, waar medebroeder Jan van der Horst belangrijk initiatiefnemer van is geweest. Hem ging het er vooral om bij te dragen aan een goede gezondheidszorg, toegankelijk voor armen. Die doelstelling vinden we op verschillende plekken op muren neergeschreven en de directie van het ziekenhuis streeft die ook na. Er is een beperkt aantal vip-kamers, die het mede mogelijk maken om armen, die weinig of niets kunnen betalen, ook te kunnen opvangen. Er is een speciale afdeling voor hiv-patiënten. Op hetzelfde terrein is er een hospice voor hiv-geïnfecteerden, waar een medebroeder al vele jaren zorg voor draagt.
Theologische opleiding
We begeven ons vervolgens naar de theologische opleiding in Waena, die gedragen wordt door de minderbroeders en augustijnen, en door de bisdommen van Papoea. We hebben een ontmoeting met medebroeders die daar doceren. In deze en andere gesprekken wordt meermaals de naam van medebroeder Theo Vergeer genoemd. Het is goed om te horen hoe de broederschap investeert in de opleiding en vorming van broeders om les te kunnen geven op deze hogeschool.
We gaan ook nog naar de campus van de universiteit van Abepura. Daar is in een van de ruimten van de afdeling biologie de vlindercollectie van medebroeder Henk van Mastrigt ondergebracht. Deze bijzondere collectie wordt daar zeer goed onderhouden. En omdat Henk bij de vele zoektochten naar vlinders steeds studenten van de faculteit heeft betrokken is er een basis gelegd voor continuïteit. Enkele huidige medewerkers zijn ‘leerlingen’ van hem.
Na een siësta op het provincialaat gaan we op het einde van de middag weer naar Waena, waar de medebroeders wonen die studeren. We krijgen een ceremonieel onthaal met elementen vanuit de cultuur van Papoea en uit die van Flores. Daarna verzamelen we ons in een zaal, waar de 25 studenten zich voorstellen. Opvallend is dat verreweg het grootste gedeelte van hen van Florinese afkomst is. Flores is het eiland met een grote meerderheid van christenen, bijzonder ook RK. Daarnaast zijn enkelen van de studenten oorspronkelijk afkomstig van de Kei-eilanden, de Molukken of Sulawesi. Gestimuleerd door het transmigratiebeleid van overheid zijn veel families van andere eilanden naar Papoea gekomen. Het aantal oorspronkelijke Papoea’s dat intreedt blijft zeer beperkt.
In dit en andere gesprekken met jongere broeders vertel ik iets over mezelf en over de lange geschiedenis die onze Nederlandse broederschap met Indonesië/Papoea heeft. En Piet Bots vertegenwoordigt deze geschiedenis in levenden lijve.
Evangelisering op basis van dialoog
Ik vertel iets over onze broederschap in de Lage Landen, die een heel andere ontwikkeling doormaakt dan de groeiende broederschap in Papoea. En die leeft in een deel van de wereld waarin kerk en godsdienst niet vanzelfsprekend zijn en waarin jongere generaties nauwelijks of niet daarin worden opgevoed of ermee vertrouwd worden gemaakt.
Na mijn inbreng reageren broeders vooral daarop en vragen zij hoe wij daarmee omgaan? Is er nog wel gehoor voor de boodschap die wij willen brengen? Die is er niet zonder meer. Het is belangrijk om allereerst aansluiting te zoeken bij mensen met wie je in contact komt. In een sfeer van aandacht en luisterbereidheid kan er openheid ontstaan voor een persoonlijke getuigenis.
Ik moet denken aan wat ik gelezen heb over de eerste Nederlandse medebroeders die naar Papoea zijn gegaan. Ze werden in het diepe gegooid en hebben daar ontdekt hoe belangrijk het is om de eigen situatie en cultuur van de mensen nader te leren kennen om zinvol en vruchtbaar te kunnen werken. Evangelisering op basis van dialoog. Dat is de uitdaging in de specifieke situatie van Europa, evenals in die van Indonesië en van Papoea toen en nu.
In de weekenden werken studerende medebroeders beurtelings mee in het hospice voor mensen met hiv of nemen ze deel aan huisbijeenkomsten van kleinere christelijke gemeenschappen die er in enkele parochies bestaan.
De volgende dag gaan we naar Sentani, waar we allereerst een ontmoeting hebben met de elf novicen. Het is duidelijk dat jonge broeders in Papoea intreden in een provincie die ondertussen zelf broeders uitzendt naar andere landen. Zo zijn er drie broeders naar Papoea- Nieuw-Guinea uitgezonden geweest. Momenteel zijn er twee broeders in Zuid-Soedan en een in de Custodie van het Heilig Land.
Op het provinciekapittel van afgelopen september is besloten om binnen Indonesië zelf nieuwe communiteiten te beginnen op het eiland Ternate, van waaruit Nederlandse broeders ooit hun missie in Papoea zijn begonnen, en in Tanah Toraja op het eiland Sulawesi. In de gesprekken, ook met de novicen, breng ik dan de mogelijkheid van Nederland ter sprake.
Aansluitend aan ons gesprek bezoeken we het kerkhof, waar onder anderen Jan Sjerps en Henk van Mastrigt als laatst overleden Nederlandse broeders begraven liggen.
Tegen het einde van de ochtend hebben we een ontmoeting met de pre-postulanten. Voor kandidaten die niet op een eigen college zijn geweest is er een pre-postulaat om hen beter te leren kennen en om hen bij te spijkeren, wanneer zij een gebrekkige scholing hebben gehad. Dat geldt met name voor kandidaten uit het binnenland, waar de kwaliteit van het onderwijs vaak zeer matig is. Onveilige situaties vanwege de regelmatig oplevende strijd tussen de bevrijdingsbeweging en het sterk aanwezige Indonesische leger heeft gekwalificeerde en gemotiveerde leerkrachten doen vertrekken.
In gesprek met GVES-medewerkers
In de namiddag spreken we met medewerkers van Gerechtigheid, Vrede en Eerbied voor de Schepping. Op het provinciekapittel is besloten om het voormalige secretariaat om te zetten naar een communiteit van vier medebroeders, die de verschillende waarden van GVES willen behartigen op basis van een geleefde situatie. Een boeiend project. Het is een serieuze investering van de provincie.
Wat betreft het opkomen voor gerechtigheid en vrede in Papoea verleent oud-medebroeder Theo van den Broek een belangrijke ondersteuning met het bijhouden van onrechtmatig optreden en behandelen van de oorspronkelijke bevolking van Papoea. Het blijft een delicate zaak om dit aan de orde te stellen omdat zowel de Papoease bevrijdingsbeweging als het leger, die beide geweld niet schuwen, kritisch meekijken. Voor Franciscans International is de situatie in Papoea een belangrijk aandachtsveld.
Enkele dagen later zullen we aanwezig zijn bij de officiële inwijding van de ruimten van de GVES-communiteit.
We bezoeken een van de kindertehuizen, Polomo, die vanaf 1992 door medebroeder Nico Dister zijn opgericht om weeskinderen en halfwezen, verwaarloosde jeugd en kinderen uit de armste gezinnen op te vangen. Vanuit deze huizen worden zij begeleid naar passend onderwijs in de omgeving. Deze opvanghuizen en nog andere projecten zijn nu ondergebracht in een Stichting, waar medebroeder Nico Dister als laatste Nederlandse missionaris een mede-dragende kracht blijft. Sinds enkele jaren is er een jongere medebroeder, die zorg draagt voor de opvang en begeleiding van de kinderen in Polomo.
Vlindercollectie Henk van Mastrigt
“Aan de universiteit van Abepura is de vlindercollectie van medebroeder Henk van Mastrigt ondergebracht”
Martin Olsthoorn voor oudste kerk van Jakarta, 1695
“De eerste Nederlandse medebroeders die naar Papoea gingen leerden evangelisering op basis van dialoog. Dat is nu de uitdaging in Europa”
Katechisten vanuit staties bijeen in Pikhe
“In Wamena, het binnenland van Papoea, is het postulaat gevestigd. Dit jaar zijn er negen postulanten”
Postulaat Pikhe
Eind van de middag hebben we een gesprek met het nieuwe bestuur van de provincie van Papoea, die als patroon heeft ‘Franciscus, Heraut van de vrede’. Een naam die een programma inhoudt in een omgeving waar spanningen steeds op de loer blijven liggen en soms uitbarsten.
Het is goed om elkaar persoonlijk te ontmoeten en in gesprek te zijn, te bespreken waar we mee bezig zijn én ook om te zien wat we voor elkaar kunnen betekenen. Heel concreet spreken we over ons aanbod dat enkele broeders uit Papoea in hun vormingsperiode een ervaringsstage doen van drie maanden in onze provincie, samen met enkele andere jongere broeders uit andere dochterprovincies.
De volgende morgen reizen we naar het binnenland van Papoea, naar Wamena. Vlakbij die stad ligt Pikhe, waar het postulaat gevestigd is. Dit jaar zijn er negen postulanten. Een oefening in gemeenschapsleven van mensen met heel verschillende culturele achtergronden, komend vanuit zeer diverse levensomstandigheden. Een leven in regelmaat, wat voor meerderen heel ongewoon is. Het is boeiend om enkele dagen met hen mee te leven en de bredere internationale broederschap present te stellen.
In de omgeving zijn enkele medebroeders werkzaam in parochies. Maar van maandag tot woensdag komt ieder naar het postulaat. Zij doen mee in het dagritme van de gemeenschap én nemen ook verschillende lessen voor hun rekening. Omgekeerd participeren de postulanten in verschillende activiteiten in en om de parochie.
Het postulaat ligt op een prachtige rustige plek, met een flinke tuin waar de postulanten na de lessen dagelijks werkzaam zijn. Het lijkt zo vredig nu, maar zo’n vier jaar geleden is in Wamena de vlam in de pan geslagen en is een flink deel van de stad door brandstichting verwoest. Medebroeder Frans Lieshout, die hier vele jaren heeft gewerkt en een zeer verbindende rol gespeeld heeft, moest dat in zijn laatste levensjaren met lede ogen aanzien. Een standbeeld dat van hem is gemaakt staat klaar in Jayapura. Het wacht nog op vervoer en plaatsing.
Na enkele dagen keren we terug naar Sentani en Jayapura. We zijn bij de inwijding van de GVES-communiteit en we hebben tijd voor ontmoetingen met medebroeder Nico Dister en met oud-medebroeders Theo van den Broek en Jaap van der Werf, die na hun uittreden in Papoea zijn gebleven.
Daarna reizen we terug naar Jakarta. We praten bij met minister-provinciaal Mikhael Peruhe, onder andere over de ervaringsstage voor broeders in de vorming en we ontmoeten medebroeder Saturninus, die wacht op zijn visum voor Nederland. Hij gaat hier een archiefstudie volgen.
Noviciaat Depok
Begeleid door medebroeder Martin Harun Olsthoorn bezoeken we in deze laatste dagen het noviciaat in Depok en een communiteit van 28 broeders, die studeren aan de theologische opleiding in Jakarta.
Daarnaast gaan we naar enkele historische plekken uit de Nederlandse/koloniale tijd in het oude Jakarta. En we bezoeken de kathedraal en de grote moskee van Jakarta (de derde in grootte in de wereld), die tegenover de kathedraal staat. We gaan ook naar een groot park even buiten Jakarta, ‘Taman Mini’ genaamd. Het is een openluchtmuseum met gebouwen in de stijl van de vele verschillende culturen die Indonesië rijk is, met hun specifieke inrichting en aankleding, alles op ware grootte.
Ten slotte volgt dan de terugkeer van Piet en mij naar Nederland. Bijna drie weken zijn we onderweg geweest en hebben we de band met onze broeders in Papua/Indonesië onderhouden en een impuls gegeven, met name ook in de ontmoetingen met de jongere generatie broeders.
Theo van Adrichem