Eerbetoon aan schipperspastor Jos Jehaes ofm

De lachende kerk van pater Jos: Na de preek een katholieke mop

In 1960 krijgt de dan jonge priester en minderbroeder franciscaan Jos Jehaes de opdracht om het pastoraat voor de binnenvaartschippers en hun families te verzorgen. Op 1 november jongstleden organiseerden schippers en bisdom een eerbetoon aan pater Jos, ook wel ‘de pater van Luik’ genoemd.

We beluisterden elkaar, gingen in gesprek en ja, we dronken wel eens een pintje

Om drie uur in de namiddag zit de schipperskapel van het Belgische Eisen afgeladen vol. Pater Jos (95) gaat voor in de eucharistieviering. Aanwezig zijn ook vicaris Bart Coenegrachts, afgevaardigd door de bisschop van Hasselt, en Marcel Huysentruyt, overste van de minderbroeders van Hasselt en medebroeder van pater Jos.

Aan het eind van de dienst leest vicaris Coenegrachts een dankbrief van de bisschop voor als erkentelijkheid voor het rijke schippersapostolaat van Jos Jehaes. Ook de schippersgemeenschap zet hem in de bloemetjes en overhandigt hem een aandenken.

Aalmoezenier

Pater Jos is begonnen als aalmoezenier van het bisdom Luik; later werd hij benoemd tot hoofdaalmoezenier voor de schippers in België en sinds de jaren 1980 ook als aalmoezenier voor Limburg.

Zijn apostolaat onder de schippers drijft vandaag de dag voornamelijk op herinneringen, al celebreert hij nog steeds de mis op enkele feestdagen in de schipperskapel langs de Zuid-Willemsvaart in Eisden. En zo af en toe leidt hij eens een doopsel of uitvaart voor een schippersfamilie.

In de parochiekerk in het Luikse Sainte-Foy concelebreert hij nog wekelijks in de eucharistie. Sommige schippers zoeken hem daar nog altijd op. “De werkzaamheden voor de schippers in het Luikse vond immers zijn oorsprong in die parochie”, vertelt pater Jos.

Aanvaarding

“Ik kwam er in 1960 terecht, na een telefoontje van monseigneur Van Zuylen, de toenmalige bisschop van Luik. Hij zag dagelijks vanuit zijn kantoor honderden schepen voorbijvaren op de Maas en wilde een aalmoezenier voor die binnenschippers. Omdat de paters minderbroeders er al sinds de jaren 1950 actief waren, belde hij naar de gardiaan.”

“Mijn overste wees mij aan, maar als jonge priester had ik nog niet veel ervaring. Ik woonde in Limburg en ik was nog nooit aan boord van een binnenschip geweest. Bovendien moest ik plotsklaps Franstalige diensten verzorgen.”

“Ja, die eerste jaren waren zeer zwaar, want ik werd ook nog benoemd tot onderpastoor in Vivegnis. Maar ik gaf niet op. Ik bezocht in mijn pij de schippers en kreeg stilaan hun vertrouwen. Ik leerde hardwerkende en diepgelovige mensen kennen. Hun aanvaarding was voor mij een godsgeschenk.”

Katholiek bier

Samen met de schippers bouwde pater Jos in Luik een heus schipperscentrum uit, met als hoogtepunt de Emmaus, een voormalig werkschip dat in 1970 werd verbouwd tot kerkschip. Aan het verhaal van het Luikse kerkschip, het levenswerk van pater Jehaes, kwam in 2018 op brute wijze een einde nadat vandalen het schip volledig vernielden. Het raakt hem nog altijd. “Het is te triest voor woorden”, zegt hij.

“Wekelijks waren er misvieringen voor de schippers, maar tegelijk was het ook een ontmoetingsplek. Na de viering veranderde het kerkschip in een café en maandelijks waren er zelfs dansavonden. De kerk bracht de schippers samen.”

“Ik deed er zo wel pastorale als sociale zorg. We beluisterden elkaar en gingen ook gelovig in gesprek. En ja, we dronken wel eens een pintje, ‘katholiek bier’, noemde ik het, een uitspraak die journalisten gretig oppikten en die veel aandacht kreeg in de pers.”

Fijne ontmoetingsplek

“Ze noemden ons ook al snel de lachende Kerk, want ik vertelde na de homilie altijd een mop, een katholieke, iets wat ik nog altijd doe, zoals ook de schippers in Eisden weten. Sinds 1977 bevindt zich daar op een terrein van de Vlaamse Waterweg een kapel, gebouwd door de schippers en opgericht door medebroeder pater Linmans ofm.”

“Ik ging er in de jaren tachtig aan de slag. Ook daar gingen tafels en stoelen steevast aan de kant na een eucharistieviering en veranderde de kapel in een cafetaria, een fijne ontmoetingsplek. Ik kon er altijd rekenen op fantastische vrijwilligers. Lange tijd vierden we er maandelijks de eucharistie, nu slechts op enkele feestdagen. Wat de toekomst brengt, weet ik niet, daarover lopen nog gesprekken.”


Bron: Kerk en Leven

Gerelateerde nieuwsberichten