Minderbroeders in het Heilig Land – Deel 2

Het gecompliceerde bezit van heiligdommen

De minderbroeders franciscanen spelen vanaf de dertiende eeuw tot op de dag van vandaag een belangrijke rol bij het bewaren van de heilige plaatsen in het Heilig Land. In een korte serie belicht Gerard van Buul, Commissaris van het Heilig Land, de bewogen geschiedenis van de franciscaanse aanwezigheid in ‘de parel van de franciscaanse missie’.

In steen uitgehouwen decreet van de verbanning in 1551 van de minderbroeders uit het Cenakel (zaal van het Laatste Avondmaal).

De emir Fakhr Ed-Din was de broeders goedgezind en schonk hun de top van de Taborberg

In de tijd van de kruistochten, met westerse machthebbers in het Heilig Land, had de Grieks-orthodoxe patriarch zijn toevlucht genomen in Constantinopel. Na de kruistochten bleef het Latijnse patriarchaat nog slechts symbolisch bestaan, aanvankelijk op Cyprus en later in Rome. Zodoende werd de custos van de minderbroeders de hoogste kerkelijke autoriteit in het Heilig Land. Tot vandaag de dag draagt de custos bij plechtige vieringen, ofschoon hij geen bisschop is, mijter, bisschopskruis en ring. Ook maakt hij deel uit van de katholieke bisschoppenconferentie van de Bijbelse landen.

Ottomaans imperium

Vanaf het midden van de vijftiende eeuw begint de politieke situatie in het Midden-Oosten te veranderen. In 1453 bezetten de Turkse Ottomanen (ook Osmanen genoemd) Constantinopel en maken zo een einde aan het Byzantijnse keizerrijk. Ook het Heilig Land gaat deel uitmaken van het nieuwe Ottomaanse imperium. Dat had eveneens zijn weerslag op de situatie van de christelijke kerken. Aangezien de Grieken onderdanen waren geworden van het Turkse Rijk kon in 1537 weer een Griekse Patriarch in Jeruzalem geïnstalleerd worden.

In 1551 werden de minderbroeders verdreven uit het Cenakel, de zaal van het Laatste Avondmaal, en uit het daarnaast gelegen klooster op de berg Sion. Tot vandaag de dag is het decreet van deze verbanning, uitgehouwen in steen, nog te zien in het Cenakel. De broeders verhuisden toen naar het voormalige Georgische Verlossersklooster, tot heden het ‘hoofdkwartier’ van de franciscaanse Custodie van het Heilig Land.

De soms gespannen verhouding met de moslimheersers kende echter ook uitzonderingen. In het begin van de zeventiende eeuw schonk de emir Fakhr Ed-Din, die de broeders zeer goedgezind was, de top van de Taborberg en de ruïnes van de Aankondigingskerk in Nazareth aan de minderbroeders.

Gezamenlijke eigenaars

Langzaamaan weten de broeders verscheidene Bijbelse plaatsen in bezit te krijgen, terwijl zij in de Heilig Grafkerk in Jeruzalem en de Geboortekerk in Bethlehem de gezamenlijke eigenaars van die heiligdommen worden met het Grieks-Orthodoxe en het Armeens-Apostolische Patriarchaat.

Drie eigenaars van één en dezelfde kerk is een gecompliceerde situatie die in de loop der tijd dan ook vaak voor flinke spanning en ruzie gezorgd heeft. Dat werd zelfs de niet-christelijke machthebbers soms te veel, wat in 1852 resulteerde in de zogenaamde ‘Status Quo’. (wordt vervolgd)

Gerard van Buul,
Commissaris van het Heilig Land

Zie hier deel 1 van Minderbroeders in het Heilig Land

Gerelateerde nieuwsberichten