Frans Cuypers

Verhaal van Frans Cuypers over zijn levensloop

Een kleine broeder

Wanneer ik van levende of overleden medebroeders hun ‘curriculum vitae’ lees, kom ik dikwijls dezelfde elementen tegen: opgegroeid in een christelijk gezin, schitterende studies aan een meestal franciscaans college, noviciaat in Tielt, filosofie en theologie in Sint-Truiden, doctorandus in… et cetera. Dan ben ik maar een kleine broeder. Opgegroeid in een katholiek gezin waar pastoor, kloosterzusters en broeders-onderwijzers vaak langskwamen. Mijn lagere-schoolrapporten waren niet slecht, maar mijn middelbare-schoolrapporten waren niet schitterend en mijn gezondheid was ook maar zozo.

In 1968 trad ik in, maar dat betekende nog niet het begin van het noviciaat. Omdat ik priester wilde worden mocht ik beginnen met twee jaar filosofie aan het Centrum Kerkelijke Studies (CKS) in Leuven. In 1970 begon mijn bijzondere noviciaat. We waren met vier novicen en een goede novicenmeester, Roger Devleeschouwer. Maar de ‘secularisatie’ was toen ook al tot in het noviciaat doorgedrongen: het was ondergebracht in een parochiehuis waar ook een pastoor, twee kapelaans, een ziekenhuispastor –allemaal confraters– onderdak hadden; maar ook nog drie kloosterzusters, een gescheiden vrouw met haar twee kinderen en een oudere dame, portierster. Om als novice tot ‘contemplatie’ te komen was het zeker geen geschikte plaats. Het was ook het eerste noviciaatsjaar dat de novicen geen habijt kregen. Dat heb ik pas in 1980 in Mechelen gekregen, toen ik al vijf jaar plechtig geprofest was… Misschien was ik het voordien niet waardig?

In het noviciaat ging ik drie halve dagen werken in een ziekenhuis en in die tijd las ik ook over Franciscus. Hij was nooit priester geworden en verzorgde zieken, melaatsen. Ik zette daardoor het priester worden even aan de kant en mocht ziekenverpleging gaan studeren. Na drie jaar studie en legerdienst kwam ik terecht in de thuis-/wijkverpleging van Leuven en omgeving. Ondertussen groeide onder invloed van gesprekken met paren het verlangen om toch priester te worden. Mijn verdere studies theologie en pastoraal heb ik gevolgd aan het Centrum Priesteropleiding Rijpere Leeftijd (CPRL) te Antwerpen. In 1982 werd ik door kardinaal Danneels priester gewijd in de minderbroederskerk te Mechelen. Ik werd ziekenhuispastor in Mechelen en Bonheiden en later in Genk.

Tussen 1995 en 2000 woonde ik in het interprovinciaal noviciaatshuis in Eindhoven, waar ik ook aan parochiepastoraat deed. Dat was net als de tijd in Leuven en de tijd later als ziekenhuispastor ook weer een mooie periode, met al mijn medebroeders daar. Toen er geen Vlaamse novicen meer waren, keerde ik terug naar het Zuiden. Daar kreeg ik in de streek van Sint-Truiden zes parochies onder mijn vleugels en ook daar heb ik mooie herinneringen aan overgehouden. Ik mocht er enorm veel kinderen dopen en jonge mensen het sacrament van het huwelijk toedienen.

In 2010 werd ik gardiaan van ons klooster in Sint-Truiden; een leuke tijd in een te groot klooster maar met een prachtige kerk en het fantastische zangkoor ‘De Schalmei’ o.l.v. medebroeder Bob van Laer. In 2019 moesten we de kerk sluiten omdat het geen parochiekerk was. De minderbroeders waren al sinds 1226 in Sint-Truiden aanwezig, dus dat was een pijnlijk moment. Nu woon ik bij vijf zusters clarissen, waar ik dagelijks voorga in de eucharistie en geniet van mooie officies. Ik hoop ook nog lang pastoraal bezig te kunnen zijn in de stad.

Ik besluit dit stuk met een dubbele droom. De eerste is dat ik hoop dat de drie takken van de minderbroedersorde ooit mogen vergroeien tot een tak met een habijt dat de kleur draagt van de conventuelen: grijs-de snit van de capucijnen: één puntig kapje-en de afkorting van de minderbroeders franciscanen: ofm, zonder verdere aanvulling. Een utopie…? De tweede droom, voor iedere broeder wél haalbaar: dat ieder binnen de kring van vrienden en bekenden minstens één arme tot vriend mag hebben. Ook dat zou mooi zijn.

Frans Cuypers ofm Sint-Truiden

Gerelateerde nieuwsberichten

Gerelateerde nieuwsberichten