Communiteit Wilrijk: v.l.n.r. Bob Van Laer, André Jansen, Theobald Stouten en Jos Wilbors.

Communiteit Wilrijk, Antwerpen

Elkaar dragen in broosheid

De communiteit Wilrijk (Antwerpen) huist sinds 2017 in een villa tegenover Woonzorgcentrum Sint-Bavo. Van de vier broeders wonen Theobald Stouten (100) en Jos Wilbors (97) er het langst. In maart 2019 kwamen Bob Van Laer (85) en André Jansen (80) erbij.

Elkaar in elkaars broosheid dragen, dat gaat vanzelf. Het is een spontaan gevoel.

“We wonen hier in een verwende situatie”, stellen de broeders vast. Veel is te danken aan de ‘Gasthuiszusters van Antwerpen’, dat wil zeggen de instantie waaronder de woonzorgcentra vallen. Toen het klooster van de broeders aan De Oever in Antwerpen niet meer aan de eisen van de tijd voldeed, is afgesproken dat deze organisatie (waarmee al samengewerkt werd) het gehele klooster mocht hebben, op voorwaarde dat ze voor de broeders onderdak zouden regelen. Dat werd deze villa.

De tuin wordt verzorgd, het onderhoud van het pand gedaan, de broeders eten alle werkdagen mee in het restaurant van Sint-Bavo. Daarvoor betalen ze niets. Ook de elektra en het water wordt voor hen betaald. En de broeders krijgen prioriteit als ze naar een rusthuis moeten. Normaal duurt dat weken tot maanden, maar voor hen wordt het binnen een week geregeld. Deze situatie blijft tot 2026 bestaan. “En dan zien we wel verder”, aldus André. Iedereen moet erom glimlachen.

Pintje

De dagorde is bewust eenvoudig. Om 08.00 uur is het ochtendgebed. Voor die tijd hebben de broeders, ieder op zijn tijd al ontbeten. Om 12.00 uur eten de broeders warm. Op zondag gaat daar een aperitiefje aan vooraf. Om 15.30 uur staat ‘pintje’ op de dagorde. “Dat is een oud gebruik uit het klooster”, aldus Bob. Vroeger kregen de broeders in de verschillende kloosters dan een pint bier. De gemeenschappen brouwden voor eigen gebruik. Dat was afgekeken van de abdijen. Men dacht dat er bepaalde vitaminen in zaten die in de maaltijd ontbraken. Zo dachten ze ouder te worden. Tegenwoordig heet het nog ‘pintje’, maar drinken ze gewoon koffie. Om 18.00 uur volgt het avondgebed en aansluitend de avondboterham. Op woensdag is er dan tussen 20.00 en 21.00 uur recreatie.

Met het intreden van corona in 2020 veranderde er veel. Twee huisgenoten, de broeders Rik en Paulus, kwamen binnen drie weken na elkaar te overlijden. Vooral het overlijden van Paulus maakte een groot verschil. “Paulus was als een moeder voor ons”, aldus Bob. Hij bezat veel moederlijke kwaliteiten”, aldus André. Hij kookte in de weekenden, deed de was, zette het vuilnis buiten, zette de koffie. Ineens moesten we alle taken herverdelen.”

Na Paulus’ overlijden werden zijn taken herverdeeld. Zo doet Bob de was en zet André het vuilnis buiten. Beiden koken om en om in het weekend. Jos zet de koffie en dekt de tafel. Theobald zorgt voor de kat (een wilde kat die al een lange tijd onder de heg naast het huis woont) en strijkt. “En hij zet de koffie als ik er niet ben”, aldus Jos. “Die is beter”, voegt hij er zelf lachend aan toe. Samen doen ze de afwas en ze rijden elkaar naar de dokter. “Dat is het fijne”, aldus Bob, “ieder doet zijn taak en zo loopt het vanzelf.” “Het is hier net als in een familie”, stemt André in.

Spontaan

En Bob bezoekt medebroeder Guido Rakels in een ander woonzorgcentrum in Antwerpen. “Guido spreekt nauwelijks nog”, aldus Bob. “Maar hij zingt de hele dag”, vult Theobald aan. “Hij krijgt nu een speciale stoel, waardoor hij weer uit bed kan.”

Is dat “elkaar in elkaars broosheid” dragen, zoals Franciscus schrijft? “Dat gaat vanzelf”, aldus Jos, “het is een spontaan gevoel, je denkt er niet dieper over na.”

“Daar stuiten we ook op onze grenzen”, vertelt Bob verder, “wij hebben nooit leren praten. Vroeger gold ‘silentium’, stilte. Je kwam niet op elkaars kamer en je sprak niet over hoe het met je ging. Geestelijke gesprekken zijn daarom moeilijk. Dat is jammer, maar het is zo. Praten over beleving is lastig. En ik weet hoe belangrijk het is, ik heb veel aan ‘marriage encounter’ gedaan.”

Apostolaat

“Ja, we hebben ook nog ons apostolaat naar buiten”, haakt André in. Bob doet soms nog ‘marriage encounter’. André zit in het bestuur, schrijft nog boeken en artikels, onder andere voor het magazine ‘Franciscaans Leven’ en is verbonden aan TAU Vlaanderen. Zo heeft hij onlangs een podcast ingesproken en gaat hij weer mee op Assisireis. Beiden gaan nog voor in woonzorgcentrum Bloemenveld in Antwerpen, Bob ook in woonzorgcentrum Sint-Bavo. Hij is ook betrokken bij ‘Ademtocht’. “Dat zijn bejaarden die hun geloof willen verfrissen”, vertelt Bob. Ook is hij de eerst aanspreekbare voor als iemand het Sacrament der zieken wil ontvangen in Sint-Bavo. André leidt verder nog een Bijbelclubje. Jos gaat elke week nog twee keer naar de clarissen in Stabroek waar de franciscaanse groep “Dag zus, dag broer” samenkomt. “Eén keer voor een vergadering en één keer voor avondeten”, vertelt hij enthousiast.

Theobald heeft, gedwongen door een beroerte en daarmee een verbod om auto te rijden, in september vorig jaar moeten stoppen in het parochieverband van zes kerken, rondom Weerde (onder Mechelen). Hij was 67 jaar met de parochie verbonden.

“Onze broosheid zit vooral in fysieke pijnen en zo”, besluit Jos. Zo moet Theobald eigenlijk met de traplift naar boven. Die is hem te traag. “Ik ben al een keer van de trap gevallen. Ik had niks. Ik heb stevige knoken, zei mijn moeder altijd.” “Ja, ja,”, vult Bob aan, voldoende spekvet, zul je bedoelen.”

Hans-Peter Bartels ofm


Een verkorte versie van dit artikel verscheen eerder in magazine Minderbroeders Franciscanen, nr. 3, 2022.


Gerelateerde nieuwsberichten