75e sterfdag Br. Everardus

Terugblik 25 juli: herdenking 75e sterfjaar van br. Everardus Witte

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat broeder Everardus overleed. Dat wilden wij extra herdenken, omdat het Bruurke onverminderd betekenis heeft voor zijn vereerders. Aangezien we elk jaar al een herdenking hebben op zijn sterfdag (22 december), planden wij deze extra herdenking op zijn geboortedag (25 juli).

De dag, het was gelukkig goed weer, begon met een Eucharistieviering waarin vice-postulator br. Ben van Bronkhorst voorging en het Megense parochiekoor zong. De kerk zat goed vol; bijzonder was ook weer de aanwezigheid van enkele familieleden van ons Bruurke. Na de viering dronken we koffie en trad de Brabantse troubadour Noud Bongers op in de pandgang van ons klooster. Zijn gezang en gitaarspel verhoogden de feestvreugde. Aansluitend vertolkte hij nog zijn twee Everardusliederen in de kerk.

Drieluiklezing; Suzette van ’t Hof als eerste
Nouds optreden was de opmaat tot een drieluik aan lezingen. Allereerst sprak Suzette van ’t Hof. Zij heeft de afgelopen jaren de zogenoemde rapiaria (aantekeningen, spreuken en citaten voor eigen gebruik) van Everardus doorzoekbaar gemaakt, door de afbeeldingen precies over te typen. Een waar monnikenwerk waar we Suzette zeer erkentelijk voor zijn. Zij vertelde eerst hoe zij te werk was gegaan. Everardus maakte met recht kleine kunstwerkjes van zijn rapiaria en dat uittypen is dan lastig. Enerzijds moet het daarna goed doorzoekbaar zijn, anderzijds wil je recht doen aan de bladspiegel. Dat is Suzette erg goed gelukt. Daarna vertelde ze over een paar zaken die ze in deze ‘bijzondere aantekenen’ van Everardus zoal gevonden had. Allereerst de goede band met zijn jongste zus, de claris Theresia. En uit de getuigenissen kwam een slechte eigenschap naar voren: ons Bruurke kon nog wel eens driftig worden. Ja, ja, broeders zijn net mensen…

Daarover gesproken, er stond in de getuigenissen ook: [Hij] was in recreatie trouw aanwezig, [..] hij kon aardig meepraten, want hij was intelligent, wist veel. Ook deed hij aan spelletjes mee [..] en beleefde daaraan zelfde plezier als andere deelnemers. Door zijn goede humeur kon hij goed tegen plagen en deed daaraan zelf ook weleens mee. [Hij] vermaakte zich uitstekend met “Mens erger je niet”. Daar ging hij in op.

… daarna Willem Marie Speelman…
Na de lezing van Suzette was het de beurt aan hoogleraar franciscaanse spiritualiteit Willem Marie Speelman. Hij ging in op ‘het mysterie van de persoonsvorming’. Mogen we de geschriften van Everardus eigenlijk wel lezen? Ze zijn toch niet voor ons bedoeld? De conclusie is: ja, wij mogen ze lezen. Als iemand een dagboek bijhoudt en het bewaart, dan doe je dat toch altijd een beetje met de intentie dat er ooit een moment komt dat een ander het wel leest. Waarom bewaar je het anders? Verder kwamen Everardus’ vormgeving en signatuur aan de orde: zijn keurig en goed verzorgd handschrift, soms bibberig, de versierde initialen, de mooie bladspiegel waarin alles zorgvuldig verdeeld wordt over het blad, de vele rechte lijnen, bolletjes en puntjes die hij gebruikt, dat hij veelal zwarte inkt gebruikt, maar soms rood of beide kleuren gecombineerd, dat hij in verschillende grootte schrijft, soms tot minuscuul aan toe en de (deels eigen) afkortingen met een herkenbare vormgeving die hij gebruikt.

Suzette van ’t Hof (achter de laptop) tijdens haar lezing

Schilderijen van broeder Everardus in zijn museum

…en ten slotte Jozef Wissink
Als derde spreker haalde bestuurslid en theologisch adviseur Jozef Wissink alvast wat eerste ontdekte lijnen aan, zodoende werd duidelijk waar dat hele proces van uitdiepen voor nodig was. We hebben een prima biografie van het Bruurke door Kees van de Wiel z.g., maar van Everardus’ innerlijk leven weten we weinig en nu kan (en is er al) een licht op geworpen worden. Zo leren we ons Bruurke nog beter kennen.

Na de lezingen stond dan de lunch klaar, voorbereid door de vrijwilligers van ons klooster. Na de lunch konden het museum van Everardus, de Hof van Lof en speciaal dit jaar daarin de tentoonstelling rond 800 jaar Zonnelied worden bezocht.

Ons Bruurke is niet dood. Hij is springlevend.

1950-2025: 75 jaar
Zo kwam deze speciale dag langzaam ten einde. Een dag waarop we, net als 22 december, het sterven van ons Bruurke in 1950 herdachten, nu 75 jaar geleden. Daarover getuigde in de jaren ’50 van het proces broeder Joachim Liebregts: Veertien dagen voor zijn dood kreeg hij in de refter een beroerte. Hoewel hij gedurende de laatste twee weken van zijn leven weinig buiten kennis is geweest, kon hij zich wegens zijn verlamde spraak moeilijk verstaanbaar maken. Ik kon zijn gedachtegang wel volgen. Ook toen leefde hij nog met het wel en wee van de wereld mee. Opgewekt zag hij zijn levenseinde tegemoet, blij dat hij zijn versleten lichaam af mocht leggen om voor altijd naar zijn Heer en Meester te mogen gaan.

Ik heb heel rustig en duidelijk de rozenkrans gebeden, en hij bad mee. Daarna ben ik vlak bij hem blijven zitten. Zo nu en dan stokte zijn adem, een keer of drie, vier. Toen is hij rustig ingeslapen. Het was toen een uur in de nacht. Een zeer rustige dood.

En toch… ons Bruurke is niet dood. Hij is ook in 2025 springlevend en bidt met ons mee. Zo blijft hij een steunpilaar voor velen en dat mogen we blijven gedenken. Ook 75 jaar na zijn dood.

Br. Hans-Peter Bartels ofm

De grafkapel van de steunpilaar van vele mensen