“Het is mooi om te zien hoeveel talent er in onze orde is”
Internationaal treffen van broeders die kunst beoefenen
In Rome werd in november 2025 een internationaal treffen gehouden van minderbroeders die kunst beoefenen. Broeder Joachim Oude Vrielink was een van de deelnemers en doet verslag.
De ‘frati artisti’
Begin september ontving ik een e-mail van br. Sebastian Chávez van de Oostenrijkse provincie. Hij was door de secretaris-generaal van het secretariaat voor missie en evangelisatie, br. Francisco Gómez, uitgenodigd om een nieuw, wereldbreed, initiatief voor broeders-kunstenaar bij te wonen. De betreffende bijeenkomst werd georganiseerd om met broeders in diverse kunstdisciplines te reflecteren op hoe kunst bijdraagt aan het uitdragen van Christus’ Blijde Boodschap, wat onze ervaringen zijn en wat onze broederschap nodig heeft om deze vormen te kunnen inzetten voor ons apostolaat. Br. Sebastian drukte hem op het hart dat ook medebroeders uit Hongarije en Nederland hun bijdrage over muziek konden leveren op die bijeenkomst.
En zo toog ik op maandag drie november naar de eeuwige stad. In het vliegtuig kwam ik de kapucijn Ad Vermeulen tegen, en op het vliegveld van Rome hebben we wat bijgepraat. Aangekomen bij onze curie was het hek bij de ingang afgesloten en er was geen mogelijkheid om aan te bellen. Gelukkig was er een broeder uit Togo met wie ik naar binnen kon. Sommige van onze huizen zijn onneembare forten.
Franciscaanse houding in de kunsten
Op de eerste dag, dinsdag vier november, hebben de broeders uitgewisseld wat zij doen en wat hun ervaringen zijn. Eigenlijk waren alleen Europa (acht broeders) en Latijns-Amerika (vier broeders) vertegenwoordigd. Er was één broeder uit India, die momenteel in Jeruzalem studeert. De werkzaamheden liggen in de muziek (van popmuziek tot gregoriaans) en visuele kunsten (iconen schrijven, schilderen en plastieken vervaardigen). Uitingen als cinema en schrijven ontbraken. Het is mooi om te zien hoeveel talent er in onze orde is.
Op woensdag, de tweede dag, heeft br. Antonino Clemenza een lezing gegeven. Hij doceert filosofie aan het Antonianum en in zijn lezing nam hij het Zonnelied als vertrekpunt om de franciscaanse houding in kunsten uit te leggen. Sleutelbegrippen in zijn uitleg zijn onder andere een religieuze kijk op de wereld, ons werk als een profetische taak en dienstbaarheid aan God en de mensen. Daarnaast is schoonheid in de Schepping te zien als een afspiegeling van God. En daardoor kan onze verwondering over de Schepping leiden tot een contemplatie over God. Dat laatste komt terug in het Zonnelied, maar ook in beschouwingen van Bonaventura. En toch hoeft niet alle kunst alleen maar ideaal of schoon te zijn. Kunstuitingen zijn bedoeld om een mens in beweging te brengen, en dat kan op verschillende manieren. Elke zin in Antonino’s lezing stond bol van overvloedige inhoud en verwijzingen naar literatuur. Een samenvatting schrijven in enkele zinnen die recht doet aan br. Antonino is dan ook schier onmogelijk. Verdeeld over drie taalgroepen hebben we vragen beantwoord en die plenair teruggegeven. Omdat er negen vragen waren, en niet iedereen dezelfde vragen beantwoordde waren de reacties erg divers.
Bijdrage van minister-generaal
Die middag ging het inhoudelijk stevig verder door een bijdrage van onze minister-generaal, br. Massimo. Van hem kregen we drie impulsen waarna we gelegenheid hadden om met elkaar van gedachten te wisselen. De drie thema’s die daarbij aan de orde kwamen waren incarnatie en lichaam (kunst als iets tastbaars en geschapen werkelijkheid), broederschap en relatie (hoe iets niets-essentieels van groot belang is en verbindt) en evangelisatie en profetie (dienstbaarheid en het mediërende karakter). Op zich zijn de ideeën die br. Antonino en Massimo deelden niet specifiek franciscaans. Ik denk dat het heel christelijke ideeën zijn. Maar de aanvliegroute, bijvoorbeeld vanuit het Zonnelied, is dan weer wel typisch franciscaans.
In de tweede helft van de middag sprak br. Alessandro Brustenghi over zijn ervaringen als tenorzanger. Wat mij duidelijk werd is dat de geloften en franciscaanse spiritualiteit voor hem handvatten bieden voor zijn optredens. Er reist bijvoorbeeld altijd iemand met hem mee naar een optreden. En hij zoekt altijd een plaatselijke gemeenschap op, in welke vorm dan ook, om samen mee te musiceren. Bovendien is niet geldelijk gewin de motivatie, maar gemeenschap bevorderen en de Blijde Boodschap verkondigen. Wat zijn werk opbrengt gaat natuurlijk naar de broederschap.
Aan het werk met br. Massimo
Br. Lajos uit Hongarije beoefent zijn oorspronkelijke vak
Muzikale inhoud
In de avond heeft een aantal broeders vóór de vespers hun muzikale inhoud ten gehore gebracht. De Hongaarse broeder Lajos beet het spits af met een prachtig vioolstuk van J.S. Bach. Daarna zongen br. Lajos, Sebastian en ondergetekende drie franciscaans-gregoriaanse stukken. We wilden iets ten gehore brengen dat nog steeds een plaats heeft in de liturgie en zo kwamen we tot het alleluia Christo confixus sum cruci uit het stigmatafeest, de Magnificatantifoon voor Sint Franciscus Oculus Dei en een selectie uit het Canticum creaturarum (het Zonnelied). Daarna speelde de organist van de Heilig Grafkerk, br. Corrado, een orgelstuk en zong br. Mario enkele liederen. Na het avondeten hadden we een recreatie. Daar speelde br. Giovanni Mastromarino zijn vertolking van het Zonnelied en werden we door onze Zuid-Amerikaanse broeders vermaakt met diverse liederen.
De moderne werken van br. Sidival Fila
Donderdag zes november gingen we met de bus richting het Colosseum. Onderweg scheen het ons dat de stempelautomaat niet functioneerde. De controleur merkte onze niet-afgestempelde kaartjes op en was onverbiddelijk met het uitschrijven van boetes. Romeinen stellen nooit teleur… Maar goed, ons doel was het Bonaventuraklooster op de Palatijnse Heuvel. In het oude hart van de Urbs Æterna hebben wij sinds de zeventiende eeuw een convent. Een gedeelte ervan wordt thans gebruikt door br. Sidival Fila. Wat hij doet is een vorm van patchwork vervaardigen, maar dan in een meer abstacte manier. Met stukken doek, soms ook oude paramenten, maakt hij moderne kunstwerken. Wat mij het meest bijgebleven is van deze ontmoeting, is zijn interesse om moderne kunst aanwezig te laten zijn in klassieke omgevingen. Hij wil zijn kunstwerken zo ontwerpen dat die niet die omgevingen domineren, maar erin opgenomen kunnen worden.
Een voorbeeld van br. Sidivals textielnijverheid
Nog een voorbeeld van br. Sidivals textielnijverheid, waarbij oud en nieuw samengaan
Artistieke vorming en evangelisatie
In de middag hebben we ons met br. Francisco Gómez en br. Antonino Clemenza onderhouden over de input en output van de afgelopen dagen. We zijn er niet aan toegekomen om tot een slotverklaring te komen, dat stond ook niet gepland. Die zal na commentaar van de deelnemers nog geschreven worden. Wel is de wens uitgesproken dat vanuit de vorming en studie artistieke vorming ook een plaats kan krijgen en dat artistieke evangelisatie ook op waarde geschat wordt vanuit de orde. We hebben zes broeders bereid gevonden om zitting te nemen in een commissie die zich gaat bezighouden met het vervolg op deze eerste ontmoeting. Het zal ook zaak zijn dat die commissie vanuit de curie medewerking krijgt om de ideeën te structureren en in geschreven vorm vast te leggen.
Naar Assisië
Op het hoogfeest van Willibrord zijn we vroeg vertrokken naar Assisië. Eerst zijn we naar Portiuncula gegaan en daarna hadden we in San Damiano een ontmoeting met de gardiaan. Hij vertelde hoe men sinds de jaren zestig heeft ingezet op het visueel vertolken van het Zonnelied. Daarna hebben we aldaar de mis gevierd. ‘s Middags hadden we tijd voor Assisië zelf. Ik heb de tijd genomen om naar de Franciscusbasiliek en de Clarabasiliek te gaan. En bij Clarabasiliek kwam ik br. Hans-Georg Löffler van Münchense Sankt Anna tegen. En toen was de middag al weer om.







cc-Wikimedia/Husky



