De vorm van de stal
Bouwen aan de kerststal (1)
De franciscanen gelden als de ‘uitvinders’ van de kerststal. Als een driedimensionaal schilderij verbeeldt deze het moment dat God mens werd. In deze korte serie verdiepen we ons in de verschillende aspecten van de kerststal. Aflevering 1: ‘De vorm van de stal’.
Voorstelling van de geboorte van Jezus uit de 4de eeuw, in de Sant’Ambrogio Basiliek in Milaan.
Als Franciscus in 1223 in Greccio Kerst viert met de eerste echte kerststal, dan verbeeldt hij daarbij de geboorte van Jezus in een grot op een bergflank en plaatst daarin os en ezel en een kribbe. Net als Franciscus gaan wij in deze reeks, als voorbereiding op het kerstfeest, een kerststal als het ware opbouwen door een aantal componenten ervan toe te lichten en te bespreken. Als eerste beginnen we, hoe kan het eigenlijk ook anders, met de stal zelf.
Toen Franciscus zijn kerst-enscenering in een grot huisvestte waar hij een eucharistieviering liet opdragen, maakte hij daarbij gebruik van een hele voorgeschiedenis aan wijzen waarop de geboorte van Jezus Christus reeds was vormgegeven. De geboorte van Jezus hoort immers bij de meest vormgegeven episodes uit diens leven. De eerste afbeeldingen die we nog hebben, tonen wonderwel echter geen stal. In deze oude, Romeinse, voorstellingen zien we het geboren Christuskind liggen op een tafel of een bed en omgeven worden door os en ezel. Maria, Jozef en soms andere mensen zijn er af en toe bij aanwezig. Zonder stal komt deze manier van voorstellen nogal symbolisch over, want zonder beschutting voor het kind ontbreekt het de voorstelling aan realisme.
In de vroege middeleeuwen verwerft het pasgeboren kerstkind in de Westerse, romaanse kunst een echt onderdak. Vreemd genoeg wordt het kerstgebeuren daarbij niet afgebeeld in de te verwachten stal, maar in een kerk. Het kerstkind ligt in een kribbe dat de vorm aanneemt van een altaar. Hierbij wordt een verbinding verbeeld tussen de geboorte van Jezus, ooit in een ver land en in een ver verleden, en de liturgische viering van Kerstmis. Ook legt de altaar-kribbe een connectie met het christelijke geloof dat Jezus aanwezig is in de gaven van brood en wijn tijdens de viering van de eucharistie. Deze kerstinterpretatie van de eucharistie is bij Franciscus ook aanwezig. Bij het kerstgebeuren in Greccio legt hij de nadruk op “de pijnlijke en behoeftige omstandigheden” waarin het kind geboren wordt. Voor hem wordt God in kleinheid mens. Dezelfde gedachtegang gebruikt hij ook in zijn eerste wijsheidsspreuk wanneer hij over de eucharistie spreekt: “Dagelijks komt Hij zelf tot ons en wordt zichtbaar als een nederige. Dagelijks daalt Hij af uit de schoot van de Vader op het altaar in de handen van de priester.” En de woorden die hij in zijn brief aan alle gelovigen gebruikt om de eucharistie te beschrijven had hij ook kunnen gebruiken om over Kerstmis te praten: “O bewonderenswaardige hoogheid en verbijsterende menslievendheid, o verheven nederigheid, o nederige verhevenheid, dat de Heer van het heelal, God en Zoon van God, zich zo vernedert dat Hij zich om ons heil verbergt onder de bescheiden gedaante van brood. Zie, broeders, de nederigheid van God en stort je hart bij Hem uit.” Dat Franciscus de mis laat opdragen in de grot die hem tot kerststal dient, komt dus uit deze traditie voort en het mag dan ook niet verbazen dat schilders de gebeurtenis van Greccio regelmatig afbeelden alsof die in een kerk had plaatsgevonden.
Franciscus viert kerst in Greccio – door Benozzo Gozzoli uit 1452. De locatie van het gebeuren is verplaatst naar een kerk.
Kersticoon door Andrei Roublev in 1405 voor het Annunciatieklooster te Moskou.
Waar de westerse kunst de geboorte van Jezus in een kerk verbeeldde, koos de oosterse iconografie voor een grot. Het was in het Oosten immers bekend dat in Bethlehem een grot werd aangewezen als de geboorteplaats van Jezus. De ervaring leerde ook dat grotten vaak als stallen werden gebruikt. Zo ontstond het klassieke kersticoon waarin de pasgeboren Jezus, de os en de ezel zichtbaar zijn in een grot. Voor de grot ligt Maria uit te rusten van de bevalling en ook Jozef en andere personages zijn aanwezig. De situering van het kerstgebeuren in een grot kwam ook in het westen, vooral na de eerste kruistocht, in zwang. Westerlingen waren in het Heilige Land in contact gekomen met de oosterse voorstelling van Kerstmis en namen dit mee naar hun thuislanden. Ook kregen in het Westen Byzantijnse kunstenaars opdrachten voor het maken van kunstwerken. Franciscus moet met deze Oosterse traditie bekend geweest zijn en hij kan zowel in Italië als tijdens zijn kruistochtervaring ermee in aanraking zijn gekomen. Als Franciscus dus voor een grot kiest als eerste kerststal, dan volgt hij de Oosterse iconentraditie en het geloof van de Palestijnse christenen dat Jezus in een grot was geboren. Door de gelovigen uit te nodigen met hem de grot in te gaan, gebeurt hierbij iets bijzonders, want Franciscus kiest er schijnbaar voor de aanwezigen in het kersticoon te trekken.
De keuze voor een grot als kerststal moet binnen de franciscaanse wereld een tijd als standaard hebben gegolden. Zo vroeg in de 13de eeuw paus Nikolaas IV, een franciscaan, aan zijn medebroeder Jacopo Torriti om een nieuw mozaïek te maken voor de apsis van de beroemde Maria Maggiore Basiliek van Rome. Dit mozaïek moest het leven van de maagd Maria uitbeelden. Franciscaan Torriti kiest ervoor om in zijn werk de geboorte van Jezus op de oosterse wijze weer te geven en dus een grot als kerststal aan te houden. Het dient vermeld te worden dat dezelfde basiliek ook de locatie is van de oudste nog bestaande kerststal. Ook deze werd, in de franciscaanse geest, door paus Nikolaas IV besteld en uitgevoerd in, duurzaam, marmer.
In het Westen kon de grot zich niet lang als kerststal handhaven en in de late middeleeuwen krijgt de geboorte van Jezus alweer een nieuw onderkomen: de ruïne van het paleis van David. Het beeld is duidelijk, het geslacht van David zit niet meer op de troon en zijn huis is dus in verval. Door de geboorte van Jezus leeft het opnieuw op en krijgt de wereld een nieuwe glans. In het pasgeboren kind wordt het verdriet goedgemaakt dat door de ruïnes wordt verbeeld. Deze in de kunst als stal gebruikte ruïnes lijken geleidelijk meer en meer op gewone stallen. Hierdoor ontstaat uiteindelijk het gekende beeld van de kerststal waarbij de geboorte van Jezus in een westerse stal, met lemen muren en een strodak, wordt ondergebracht. Op deze wijzen brengen kunstenaars en kerststalbouwers de geboorte van Jezus naar de eigen bekende wereld. Het geeft het geloof aan dat Kerstmis niet alleen en primair iets is van “toen en daar”, maar elke christen aanbelangt en nabij komt en dus ook iets is van “hier en nu”.
Zo komen de verschillende besproken kerststaltypen samen in een coherent verhaal. Kerstmis verwijst naar de historische geboorte van Jezus van Nazareth (de grot), die de wereld vernieuwt (de ruïne van het paleis van David) en die nog elk jaar weer tijdens de liturgie (de kerk) en in ons dagelijks leven (de westerse stal) voor ons geboren wordt. Als je dus dit jaar een kerststal plaatst, waar kies je dan voor? Situeer je de geboorte van Jezus in een grot, in een kerk, in een ruïne of in de klassieke stal? Wat spreekt je het meeste aan?
Steven Cauchie ofm







