Waar zijn de dieren en Jezus in het Zonnelied?

Franciscus uit de kunst 2025, deel 11

Van Franciscus van Assisi zijn door de eeuwen heen duizenden afbeeldingen gemaakt: fresco’s, olieverfschilderijen, mozaïeken, gravures, pentekeningen tot en met afbeeldingen met behulp van digitale technieken in onze tijd. In de serie ‘Franciscus uit de kunst’ belicht broeder Fer van der Reijken iedere maand een afbeelding en daarmee een facet van de persoon Franciscus. De keuze staat dit jaar in het teken van de achthonderdste verjaardag van het ‘Zonnelied’, Franciscus’ lofzang van de schepselen..

Van de ‘Allerhoogste’ afgedaald naar ‘grote nederigheid’ kwam er met deel 10 een einde aan de verzen van de Lofzang van de Schepselen.

Terugblikkend kun je verwonderd twee vragen stellen: waarom noemt Franciscus geen dieren in het Zonnelied? In de beeldvorming rond zijn persoon wordt hij immers al eeuwenlang ontelbaar vaak omringd door vogels, vissen, makke lammetjes en andere dieren.

En zo mogelijk een nog belangrijker vraag: waarom blijft Jezus onvermeld in de Lofzang? De Man op wie Franciscus zijn hele leven had afgestemd en wiens kruis hij dagelijks voor ogen hield! Zoals hij Jezus in de Regel van 1223 meteen in hoofdstuk 1 vers 1 aan zijn broeders voorhoudt: “De regel en de levenswijze van de minderbroeders is dit: het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus onderhouden.”

De vraag waarom dieren afwezig lijken wordt nog prangender als we ons realiseren dat ze zelfs niet genoemd worden in de geschriften van Franciscus.

Eerst maar stilstaan bij de ontbrekende dieren. De vraag waarom ze afwezig lijken te zijn wordt nog prangender als we ons realiseren dat ze zelfs niet genoemd worden in alle (!) eigen geschriften van Franciscus. Des te overvloediger vinden we ze in de verhalen óver Franciscus, in wat genoemd wordt de ‘secundaire bronnen’.

Het enige antwoord op het ontbreken van dieren in de Lofzang dat ik ooit heb gelezen is tweeërlei. Ten eerste gaat het om de Lofzang van de schépselen en de dieren maken daar heel eenvoudig deel van uit. Ten tweede was het voor Franciscus mogelijk onbegonnen werk om dieren te noemen. Met vogels en vissen zou hij niet kunnen volstaan. Zoogdieren, reptielen, amfibieën, insecten… hij zou er geen van hebben mogen uitsluiten. Schepselen dus; daar zitten ze allemaal in!

En Jezus? Zijn naam wordt niet expliciet genoemd. Maar er zijn tekens die op zijn aanwezigheid in de tekst van de Lofzang duiden. Opvallend zijn de 33 versregels, verwijzend naar de leeftijd van 33 jaar, die Jezus volgens de traditie heeft bereikt. En we stonden al stil bij meneer broeder Zon, soms heer broeder Zon genoemd. Ook dit zou op Jezus kunnen duiden. De profeet Maleachi (4,2) sprak immers reeds over de ‘zon der gerechtigheid’ die voor Godvrezenden zou opgaan. Jezus sprak ook over zichzelf als het licht der wereld (Joh 8,12).

Meer bijzonder is misschien nog dat de Zwitserse kapucijn Anton Rotzetter gewezen heeft op het verband tussen het eerste en het laatste vers van het Zonnelied. ‘Grote nederigheid’ beantwoordt aan ‘Allerhoogste’, het ‘danken’ staat in verband met de ‘goede Heer’ en de ‘Almachtige’ wordt ‘gediend’. Als we er lijnen tussen trekken ontstaat er een Christogram, waarbij de Chi-Rho de eerste letters zijn van het Griekse Christos. Heeft Franciscus op deze manier geprobeerd Jezus in zijn Zonnelied in te vlechten, verborgen aanwezig?
Fer van der Reijken ofm

Gerelateerde nieuwsberichten

Klik hier om uw eigen tekst toe te voegen