oefening in uithouden met broosheid

Vasten om vol-ledig mens te worden

Op weg naar Pasen staat zuster Emmanuël Maas osc stil bij vasten. Eerder nog dan strenge onthouding is vasten een geestelijke oefening in ‘leeg worden’, om vol te kunnen worden van God.

Vasten heeft alles te maken met wat ons écht leven geeft en onze menswording ten goede komt

“De zusters vasten altijd”, schrijft Clara in haar Levensvorm (regel). Daarmee geeft zij te kennen dat vasten eigen is aan het leven van een arme zuster, haast vanzelfsprekend zelfs. Naast deze bondige bepaling in haar Levensvorm heeft Clara het zelf namelijk alleen nog maar over vasten in haar derde brief aan Agnes van Praag. In deze brief gaat Clara in op vragen van Agnes hierover. Maar meer nog uit zij in haar brief haar zorgen omtrent de “onverstandige en onmogelijke strengheid van onthouding” waarop Agnes zich gestort heeft.

Het moet Clara bekend in de oren geklonken hebben. Ook zij heeft, zeker in het begin, haar grenzen ver overschreden in het vasten. Maar zij heeft ervan geleerd en leert ook Agnes – en ons – het eigenlijke doel van het vasten: aan God lof brengen en Hem alle ruimte geven. Alle vasten- en onthoudingspraktijken hebben slechts waarde in de mate waarin zij ruimte scheppen voor God.

Vasten betekent: vol worden van God en daartoe leeg worden van alles wat dat in de weg staat. Het gaat als het ware om een vol-ledig mens te worden. Ja, vasten heeft alles te maken met wat ons écht leven geeft en wat onze menswording ten goede komt.

Ontledigen

In en door het vasten ontledigen wij onszelf en aanvaarden wij dat wij, in Clara’s woorden, “broos zijn en aan elke lichamelijke zwakheid onderhevig”. Immers, wanneer wij onze zwakheid en broosheid niet verbloemen of verhullen, geven wij God alle ruimte om te zijn wie Hij is en om zijn genade in ons te laten werken. Misschien is vasten wel ten diepste een oefening in het uithouden van onze zwakheid en broosheid en het níet opvullen van de ‘leegte’ die we dan ervaren. Om ons zo weer meer te realiseren dat wij ons leven niet zelf maken, maar dat wij het als gave mogen ontvangen uit Gods hand. Een proces van groei en bevrijding, opdat wij leven en als levende mensen de Heer loven (Derde brief aan Agnes van Praag, 41). Zoals de kerkvader Ireneüs het uitdrukt: “De glorie van God is de voluit levende mens.”

Een gezegende opgang naar Pasen!

Emmanuël Maas osc

Gerelateerde nieuwsberichten