Franciscanen aan de wieg van Nederlandse tak
van internationale vredesbeweging

75 jaar Pax Christi Nederland

Pax Christi Nederland bestaat 75 jaar. Franciscanen stonden mede aan de wieg van de Nederlandse afdeling van deze internationale vredesbeweging
die in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk ontstond.

Eelco Bruinsma ofm stond aan de wieg van Pax Christi Nederland.

De vredesbeweging keerde zich tegen verhoging van defensie-uitgaven, na inval van Warschaupact in Tsjechoslowakije (1968)

Het is 5 mei 1948, drie jaar na de bevrijding, als acht jonge mensen samenkomen in de wachtkamer derde klas van het Centraal Station in Utrecht. Zij nemen daar ter plaatse het besluit tot de oprichting van een Nederlandse afdeling van de dan nog jonge katholieke vredesbeweging Pax Christi.

De vredesbeweging was ontstaan op initiatief van Franse burgers in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. De beweging, met wortels in de Rooms-Katholieke kerk, was bezield door één gedachte: nooit meer oorlog. Zij probeerde tegenwicht te bieden tegen de heersende gevoelens van haat ten aanzien van het Duitse volk. Tekenend voor deze inzet was de houding van de Franse bisschop Pierre-Marie Théas, een van de oprichters. Nog in Duitse gevangenschap besloot hij, samen met medegevangenen, te bidden voor hun Duitse vijanden.

Tochtgenoten

Bij de oprichting van Pax Christi Nederland waren ook enkele franciscanen, voor wie vrede immers tot het hart van hun spiritualiteit behoort, nauw betrokken.

Zo was bij de oprichtingsbijeenkomst in Utrecht de franciscaan Eelco Bruinsma een van de voortrekkers. Hij behoorde tot de ‘Tochtgenoten van Sint Frans’, een jeugdbeweging van katholieke pelgrims voor de vrede, opgericht al ver voor de Tweede Wereldoorlog. De vredes- en pelgrimsbeweging, die overigens nog steeds actief is, stond qua doelstelling dicht bij het Franse Pax Christi-ideaal.

Bruinsma en zijn Tochtgenoten waren eerder dat jaar aanwezig bij een internationaal congres van Pax Christi in het Duitse bedevaartsoord Kevelaer, net over de grens bij Nijmegen.

Geïnspireerd door die ervaring namen zij het besluit tot oprichting van de Nederlandse afdeling. Zij besloten een voorlopig secretariaat in te richten, voorlopige richtlijnen op te stellen en eerste activiteiten te organiseren. Tevens bereidden zij de deelname voor van een Nederlandse delegatie bij het eerstvolgende internationale congres in het Franse Lourdes (juni 1948).

Degeneratie

Een ander lijntje van franciscaanse betrokkenheid bij de nieuwe Nederlandse afdeling verliep via de persoon van Aquilinus Emmen ofm, lector ethiek aan het studiehuis van zijn orde in Venray en vicevoorzitter van ‘Het Katholiek Genootschap voor Geestelijke Vernieuwing’.

Dat genootschap was in 1946 opgericht “om een halt toe te roepen aan de ‘degeneratie’ van het ethische en religieuze bewustzijn van het Duitse volk, met name de Duitse katholieken, veroorzaakt door het nazisme en de Tweede Wereldoorlog”, zoals de doelstelling luidde. In de eerste jaren na de oorlog doorkruisten tientallen intellectuelen en voorlieden van katholieke organisaties het desolate Duitsland om daar het religieuze en culturele leven te vernieuwen door persoonlijke ontmoetingen, conferenties, lezingen en cursussen.

In zijn hoedanigheid van vicevoorzitter van het genootschap kreeg Emmen van de Fransen tijdens de bijeenkomst in Kevelaer het verzoek om een Nederlandse afdeling van Pax Christi op te richten. Emmen besloot het initiatief over te laten aan zijn medebroeder Bruinsma, met name omdat hij de nieuwe beweging te spiritueel van aard vond en niet geheel passend bij zijn werk voor het genootschap.

Algemene tegenstelling

Deze terughoudendheid tekent een meer algemene tegenstelling uit de beginjaren van de internationale Pax Christibeweging. Enerzijds beschouwde men zich als een spirituele beweging van gebed, boete en internationaal contact (zoals in Kevelaer was betoogd). Tegelijk gingen er met name in Frankrijk stemmen op voor een meer actieve houding en voor meer concreet vredeswerk. De Nederlandse afdeling zocht vanaf haar oprichting een midden tussen die Duitse en Franse benadering.

Begin jaren vijftig krijgt de tegenstelling min of meer een oplossing tijdens het voorzitterschap van de Franse aartsbisschop van Parijs, Maurice Feltin. Hij geeft Pax Christi een drievoudig programma mee: gebed, studie en actie.
Als Eelco Bruinsma eind 1948 naar de missie vertrekt, wordt hij als voorman van de Nederlandse afdeling opgevolgd door zijn medebroeder Theofoor van Kampen ofm.

Alfrink

In 1964 neemt de Nederlandse kardinaal Bernardus Alfrink het internationaal voorzitterschap over van de Fransman Feltin. Het internationaal secretariaat verhuist van Parijs naar Den Haag. De Nederlander Carel ter Maat wordt algemeen secretaris, eerst van Pax Christi Nederland, daarna van Pax Christi internationaal. Onder zijn leiderschap verwerft Pax Christi de consultative status bij de Verenigde Naties.

Bij zijn pensioen in 1978 wordt Ter Maat in Nederland opgevolgd door de franciscaan Guy Dilweg. De Belg Etienne de Jonghe wordt internationaal secretaris en het secretariaat verhuist naar Antwerpen, later naar Brussel.

Politieke beweging

Fameus waren, tot in de jaren tachtig, de Pax Christi-voettochten voor middelbare scholieren die voor hun eindexamen stonden en studenten. Ze werden vanaf 1958 jaarlijks georganiseerd vanuit ‘s-Hertogenbosch en vanaf 1960 ook, vanuit Almelo, voor een iets oudere doelgroep. De tochten waren zeer bekend. Tienduizenden jongeren hebben eraan meegedaan.

In de jaren zestig ontwikkelt Pax Christi Nederland zich tot een meer politieke beweging. De kerk kan zich niet langer afzijdig houden van de politiek en Pax Christi dient de uitdrager te zijn van de katholieke vredesboodschap, zo was de conclusie van een studie uit die dagen naar aanleiding van de encycliek Pacem in Terris (Vrede op aarde) van paus Johannes XXIII (1965). Die studie pleitte ook voor een oecumenische vredesbeweging, wat resulteerde in de oprichting van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV).

In 1968 baarde kardinaal Alfrink, dan voorzitter van Pax Christi Internationaal, opzien door zich publiekelijk te keren tegen kabinetsplannen om de defensie-uitgaven te verhogen, naar aanleiding van de inval van het Warschaupact in Tsjechoslowakije. De vredesbeweging vond deze plannen “een symptoom van de opleving van de Koude Oorlogsmentaliteit”.

Vanaf de eeuwwisseling professionaliseert de organisatie zich verder en vanaf 2003 krijgt zij ook subsidie van de overheid. Op 1 januari 2007 gaan Pax Christi Nederland en het IKV samen in één werkorganisatie, die sinds 2014 de naam PAX draagt.

Theo van de Kerkhof


Bronnen

Maarten van den Bos, Mensen van goede wil, Pax Christi 1948-2013,Wereldbibliotheek; paxvoorvrede.nl; Katholiek Documentatie Centrum (KDC); Wikipedia; archief ofm.

Gerelateerde nieuwsberichten