“Minderbroeder zijn betekent voor mij solidair zijn met de minderen in onze maatschappij. De eerste volgelingen streepten zichzelf helemaal weg en ook Franciscus heeft dat gedaan. Toch denk ik dat zijn eerste streven was, om zichzelf niet op de positie van de maiores te plaatsen. Vanuit de maiores kijk je tenslotte op anderen neer. Je niet verheven voelen boven de ander, daar gaat het volgens mij om.”
U heeft ervoor gekozen om in de missie te gaan werken?
“Volgens mijn novicemeester was er veel keus voor hen die in de missie wilden werken. Missionaris worden was toentertijd ook erg in zwang. In een parochie in Nederland werken als kapelaan of voor de klas staan, sprak me een stuk minder aan. De novicemeester zei bovendien dat, als je succes wilde hebben als missionaris, je dan naar Brazilië moest gaan. Nou, dat wilde ik best.
Dat hij met succes vooral dacht aan kunnen dopen bij de vleet, wist ik toen nog niet.”
Waar bent u terecht gekomen in Brazilië?
“De ironie wilde dat mijn eerste benoeming die van kapelaan was in een parochie in het binnenland van Brazilië. Duizend kilometer van Rio de Janeiro.
Het werd mijn ‘eerste liefde’. Daar werd ik ook uitgenodigd om les te gaan geven in maar liefst zeven vakken. De tip die ik kreeg, was: ‘Zorg dat je altijd twee bladzijden verder bent dan de leerlingen.’ Mocht een leerling dan onverhoeds iets vragen dat nog niet behandeld was, dan kon ik zeggen: ‘Dat komt nog, je loopt op dingen vooruit.’ Ach, in het land der blinden is eenoog koning. Uiteindelijk werd ik heel gelukkig op terreinen waar ik aanvankelijk niets voor voelde.”
U was in Brazilië ten tijde van de militaire dictatuur. Had dat gevolgen voor u en andere missionarissen?
“Zeker, we hadden in de sloppenwijk een alfabetiseringscursus opgezet. Mensen wijzer maken paste niet in de filosofie van de militairen. Daarvoor werd ik aangeklaagd bij de geheime dienst en moest ik onderduiken. Gelukkig had een vriendin die bij de gemeente werkte ons gewaarschuwd, zodat op het moment van de inval óók alle materialen verstopt waren en de cursisten zich voordeden als mensen die nauwelijks hun naam konden schrijven. Maar er zijn in die tijd zeker ook missionarissen in soortgelijke situaties in de gevangenis beland.”